2h7 - vr310125

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

But: kunnen zeggen wat je wil en wat je kan dmv van de werkwoorden pouvoir en vouloir

Slide 2 - Tekstslide

Interroger
  1. la différence
  2. la chose
  3. la jupe
  4. la chemise
  5. original(e)
  6. noir(e)
  7. ça dépend
  8. je veux

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire: pouvoir et vouloir
Pouvoir = kunnen / mogen
  • Je peux - ik kan/mag
  • Tu peux - jij kan/mag
  • Il/elle/on peut - hij/zij/men kan/mag
  • Nous pouvons - wij kunnen/mogen
  • Vous pouvez - u kunt/mag - jullie kunnen/mogen
  • Ils/elles peuvent - zij kunnen/mogen

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire: pouvoir et vouloir
Vouloir = willen
  • Je veux - ik wil
  • Tu veux - jij wil
  • Il/elle/on veut - hij/zij/men wil
  • Nous voulons - wij willen
  • Vous voulez - u wil/jullie willen
  • Ils/elles veulent- zij willen

Slide 5 - Tekstslide

Grammaire: pouvoir et vouloir
Worden vaak gevolgd door een heel werkwoord!

Je veux manger une pomme. 
Vous pouvez fermer la fenêtre?

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen
  1. Tu ... me donner un stylo?
  2.  Vous ... aussi manger une pomme?
  3. Ils ... un autre prof de maths. 
  4. Qu'est-ce qu'on ... boire comme boisson?
  5. Je ... essayer ce pull?

Slide 7 - Tekstslide

Au travail
Exercice 31c

Exercice 31de
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Jeu de verbes
1e worp
2e worp
3e worp
1
je
pouvoir
gamen
2
tu
vouloir
winkelen
3
il/elle/on 
pouvoir
uitslapen
4
nous
vouloir
sporten
5
vous
pouvoir
huiswerk maken
6
ils/elles
vouloir
eten

Slide 9 - Tekstslide

Verbuga pro

Slide 10 - Tekstslide

Les devoirs
Mardi le 4 février

Apprendre: blokje F nf/fn (page 128) + ww pouvoir/vouloir
Faire: -




Slide 11 - Tekstslide