Par 5.1 Een land met veel water

Hoofdstuk 5: Een land met veel water

  1. Een land met veel water
  2. De strijd tegen water
  3. Het klimaat verandert
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Een land met veel water

  1. Een land met veel water
  2. De strijd tegen water
  3. Het klimaat verandert

Slide 1 - Tekstslide

Par 5.1 Een land met veel water
Leerdoelen:
1. Je weet het verschil tussen Hoog en Laag Nederland
2. Je weet wat het begrip sedimentatie betekent

Slide 2 - Tekstslide

Water in Nederland

Slide 3 - Woordweb

Voor- en nadelen van water

Slide 4 - Woordweb

Wonen wij in een hoog of laag gedeelte van Nederland?
A
Hoog
B
Laag

Slide 5 - Quizvraag

Hoog en laag Nederland

Laag = Lager dan 1 meter NAP
(zee heeft veel invloed op vorming van het landschap)
Hoog = Hoger dan 1 meter NAP (weinig invloed van de zee, maar meer van rivieren en beken
NAP
Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 m is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau van de Noordzee.

Slide 6 - Tekstslide

Hoog en laag Nederland

Laag = Lager dan 1 meter NAP
(zee heeft veel invloed op vorming van het landschap)

Hoog = Hoger dan 1 meter NAP (weinig invloed van de zee, maar meer van rivieren en beken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Link

Par 5.1 Een land met veel water
Leerdoelen:
1. Je weet het verschil tussen Hoog en Laag Nederland
2. Je weet wat het begrip sedimentatie betekent
3. Je weet wat inklinken betekent

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Als de dijken breken

Slide 12 - Tekstslide

Wat was sedimentatie ook alweer?

Slide 13 - Open vraag

Sedimentatie
Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind.

Afzettingen van stenen, grind, zand, klei etc.


Slide 14 - Tekstslide

Rivieren
Vroeger nog geen dijken rondom de rivieren. Bij overstromingen is veel sedimentatie doordat zand wordt neergelegd aan de oevers.
Oevers zijn meestal hoger dan het land eromheen.
Oeverwallen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Inklinken in 5 stappen
  1. Bij overstromingen stroomt het water heel langzaam het binnenland in
  2. Kleine kleideeltjes zakken naar de bodem
  3. Klei droogt heel langzaam op
  4. Klei komt daardoor dicht bij elkaar en de grond zakt in 
  5. Inklinking zorgt voor komgronden

Slide 17 - Tekstslide

Komgronden

Slide 18 - Tekstslide

Hebben we hier in Enschede ook veel te maken met inklinking en komgronden?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Par 5.1 Een land met veel water
Leerdoelen:
1. Je weet het verschil tussen Hoog en Laag Nederland
2. Je weet wat het begrip sedimentatie betekent
3. Je weet wat inklinken betekent

Slide 20 - Tekstslide

We gaan maken:
Leerboek: blz. 72 / 73
Werkboek: blz.92 / 93
opdr. 5, 6 (6b m.b.v. online methode) 7 en 9

Slide 21 - Tekstslide