Doorstroomprogramma medisch rekenen
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij medisch rekenen?
Slide 2 - Woordweb
Waarom heb jij medisch rekenen nodig?
Slide 3 - Woordweb
Noem één onderwerp bij medisch rekenen.
Slide 4 - Woordweb
Het lijkt mij mooi om met Medisch rekenen aan de slag te gaan!
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Voorschrift arts: 250 mg paracetamol
Voorraad: tabletten van 125 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
Voorraad: tabletten van 125 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
A
1 tabletten
B
3 tabletten
C
2,5 tabletten
D
2 tabletten
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Voorschrift arts: 250 mg paracetamol
Voorraad: tabletten van 100 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
Voorraad: tabletten van 100 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
A
1 tabletten
B
2 tabletten
C
1,5 tabletten
D
2,5 tabletten
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Voorschrift arts: 500 mg paracetamol
Voorraad: tabletten van 125 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
Voorraad: tabletten van 125 mg
Hoeveel tabletten geef jij?
A
2 tabletten
B
3 tabletten
C
4 tabletten
D
5 tabletten
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Voorschrift arts: 25 mg Pethidine
Voorraad: 25 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
Voorraad: 25 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
A
1 ml
B
2 ml
C
0.5 ml
D
1.5 ml
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Voorschrift arts: 10 mg Pethidine
Voorraad: 50 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
Voorraad: 50 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
A
0,1 ml
B
0,2 ml
C
0.5 ml
D
1.5 ml
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Voorschrift arts: 25 mg Pethidine
Voorraad: 50 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
Voorraad: 50 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
A
1 ml
B
2 ml
C
0.5 ml
D
1.5 ml
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Medisch rekenen wil ik graag leren.
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Het lijkt mij mooi om met medisch rekenen aan de slag te gaan
Positief
neutraal
negatief
Slide 19 - Poll
Slide 20 - Tekstslide
Geven: 35 IE insuline
Voorraad: 100 IE / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 100 IE / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
0.3 ml
B
0.35 ml
C
0.4 ml
D
0.45 ml
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Geven: 1 druppel vitamine K
Voorraad: 1 ml / 10 mg / 20 druppels
Hoeveel mg geef je?
Voorraad: 1 ml / 10 mg / 20 druppels
Hoeveel mg geef je?
A
10 mg
B
20 mg
C
1 mg
D
0.5 mg
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Geven: 2 druppels scopolamine
Voorraad: 1 ml / 20 mg / 20 druppels
Hoeveel mg geef je?
Voorraad: 1 ml / 20 mg / 20 druppels
Hoeveel mg geef je?
A
1 mg
B
2 mg
C
10 mg
D
20 mg
Slide 33 - Quizvraag
Geven: 375 mg Clamoxyl
Voorraad: 1 gram / 10 ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 1 gram / 10 ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
1,75 ml
B
2,75 ml
C
3,75 ml
D
4, 75 ml
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Geven: 2 gram Claforan
Voorraad: 500 mg / 5 ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 500 mg / 5 ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
15 ml
B
10 ml
C
20 ml
D
25 ml
Slide 36 - Quizvraag
Geven: 10 druppels Haldol
Voorraad: 50 mg / ml / 20 druppels
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 50 mg / ml / 20 druppels
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
0.2 ml
B
0.3 ml
C
0.4 ml
D
0.5 ml
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Geven: 5 IE insuline
Voorraad: 100 IE / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 100 IE / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
0.05 ml
B
0.5 ml
C
5 ml
D
50 ml
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Geven: 75 mg Morfine
Voorraad: 50 mg / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
Voorraad: 50 mg / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
1 ml
B
1.5 ml
C
2 ml
D
2.5 ml
