H4.2: Atomen en moleculen

Molecuultekening
Molecuulformule
        Naam
CO
2
koolstofdioxide
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Molecuultekening
Molecuulformule
        Naam
CO
2
koolstofdioxide

Slide 1 - Tekstslide

H5.2: Atomen en moleculen

Slide 2 - Tekstslide

Atomen
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Er bestaan ongeveer 100 soorten atomen.
Elk atoomsoort heeft een symbool.

Omdat atomen basis zijn voor alle stoffen worden ze ook wel elementen genoemd. 

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaan moleculen?
Moleculen zijn opgebouwd uit nog kleinere deeltjes.
Deze kleinste deeltjes noemen we atomen.

Er bestaan meer dan 100 verschillende atomen.

Alle atomen van één soort zijn gelijk aan elkaar.
2 of meer atomen bij elkaar bouwen een molecuul.


Slide 4 - Tekstslide

Index
Index = een getal dat het aantal atomen van elke soort in een molecuul.

 Index 1 wordt weggelaten. 
Koolzuurgas

Slide 5 - Tekstslide

Speciale elementen
De meeste elementen bestaan uit 1 atoom.
Echter zijn er een aantal elementen die uit 
2 atomen bestaan.


Broom
Jood
Stikstof
Chloor
Waterstof
Zuurstof
Fluor
Br2
I2
N2
Cl2
H2
O2
F2

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een atoom?
A
Een molecuul
B
Een bouwsteen van een molecuul
C
Onderdeel van een ion
D
Een stof

Slide 7 - Quizvraag

Atoomsoorten worden met symbolen aangegeven.
Wat is het symbool van de atoomsoort zilver?

A
Ag
B
Au
C
Z
D
Zi

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het symbool
van de atoomsoort
"waterstof"
A
C
B
H
C
O
D
L

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel atoomsoorten zijn er?
A
Miljoenen
B
ongeveer 1000
C
ongeveer 100
D
ongeveer 100.000

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel atoomsoorten zie je?
A
2
B
3
C
4
D
9

Slide 11 - Quizvraag

Verbrandingsproducten bevatten altijd de atoomsoort:

A
C
B
H
C
O
D
S

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel atoomsoorten zie je?
A
3
B
2
C
5
D
0

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een atoom
A
Bouwstof van speelgoed
B
Bouwstof van een molecuul
C
Bouwstoffen van een element
D
Bouwstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de index van 6 O2?
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de index van 4 CO2
A
4
B
2
C
C
D
O

Slide 16 - Quizvraag

Wat is hier de index?

4O2
A
2
B
4

Slide 17 - Quizvraag

geef de systematische naam voor:
N2O4
A
stikstofoxide
B
distikstoftetrazuurstof
C
distikstoftetraoxide
D
distikstoftrioxide

Slide 18 - Quizvraag

De moleculen van moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit alleen maar niet-metaal atomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Uit hoeveel moleculen bestaat het molecuul 7 H2O
A
2
B
3
C
7
D
10

Slide 20 - Quizvraag

Moleculaire stoffen bestaan uit moleculen, die weer zijn opgebouwd uit
A
alleen niet-metaal atomen
B
alleen metaalatomen
C
een combinatie van metaalatomen en niet-metaalatomen

Slide 21 - Quizvraag

Molecuultekening
Een molecuultekening laat zien hoe atomen in een molecuul met elkaar verbonden zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekenen de toestandsaanduidingen (s), (l), en (g) achter molecuulformules?
A
schadelijk, licht ontvlambaar, gevaarlijk.
B
zwaar, licht, giftig
C
suspensie, emulsie, mengsel
D
vast, vloeibaar, gas

Slide 23 - Quizvraag

Geef de molecuulformules van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.
A
CH4O2
B
CH4,  O2
C
CH4,  H2
D
HC4,  O2

Slide 24 - Quizvraag