In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Examentraining leesvaardigheid
Slide 1 - Tekstslide
Lees tekst 1: ‘Lang zal die gelukkig leven’
Examen 2016 tijdvak 2
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst ‘Lang zal die gelukkig leven’?
A
aandacht voor geluk in de gezondheidszorg
B
invloed van geluk op het maken van keuzes
C
tijd voor evidencebased geluk
D
verband tussen geluk en gezondheid
Slide 3 - Quizvraag
Uit welke alinea(’s) bestaat de inleiding van deze tekst?
Slide 4 - Open vraag
"Maar hoe kan het dat geluk voor gezondheid zorgt?” (regels 23-24) Welke twee verklaringen geeft de schrijver in de tekst voor het gegeven dat geluk voor gezondheid zorgt? Gebruik per verklaring niet meer dan 10 woorden
Slide 5 - Open vraag
Hoe sluit alinea 5 aan op de alinea’s 3 en 4? Alinea 5
A
Is een deel van een opsomming met de alinea’s 3 en 4
B
noemt voorbeelden bij de alinea’s 3 en 4.
C
vormt een tegenstelling met de alinea’s 3 en 4.
D
vormt een uitwerking van de alinea’s 3 en 4.
Slide 6 - Quizvraag
Wat zegt Ruut Veenhoven over de vecht-of-vluchtmodus? (alinea 5) Volgens hem is deze altijd
A
handig bij de opbouw van een immuunsysteem.
B
handig bij het klaarmaken voor actie op korte termijn
C
schadelijk door het produceren van het stresshormoon cortisol.
D
schadelijk door het verspillen van energie aan lichaamsactiviteiten.
Slide 7 - Quizvraag
De alinea’s 7 en 8 horen bij elkaar. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea’s 7 en 8 samen?
A
effect geluk op langere termijn
B
effect geluk op ziektes
C
verband geluk en genezingskans
D
verband geluk en voortijdig overlijden
Slide 8 - Quizvraag
In alinea 8 lees je dat er onderzoek is gedaan naar de effecten van geluk op de levensduur van nonnen. In de tekst worden nog twee specifieke doelgroepen genoemd waarbij het verband tussen geluk en gezondheid onderzocht is. Noteer de twee doelgroepen waar het om gaat.
Slide 9 - Open vraag
Hoe kun je de hoofdgedachte van deze tekst het beste weergeven?
A
Een gezonde levensstijl wordt bepaald door goede levensomstandigheden.
B
Een goede levensverwachting is afhankelijk van de juiste gezondheidskeuzes.
C
Een optimistische levenshouding heeft direct invloed op genezingsprocessen.
D
Een positieve levensinstelling kan bevorderlijk zijn voor de levensverwachting.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de functie van de laatste alinea van deze tekst?
A
een advies geven aan de lezer
B
een afrondende conclusie geven
C
een nieuw gegeven toevoegen
D
een samenvatting geven
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het voornaamste doel van de schrijver met deze tekst? De schrijver wil de lezer
A
duidelijk maken dat de overheid meer aandacht moet besteden aan
geluk.
B
ertoe aansporen om gezonde keuzes te maken in het leven.
C
ervan overtuigen dat gelukkige mensen langer leven.
D
informeren over de effecten van levensinstelling op
levensverwachting.