vwo 2 par. 4.1. Wat kan de aarde aan?

Welkom! 
Welkom!
Boek, aantekenblad, pen en Chromebook op tafel
Log vast in bij LessonUp - zie code linksonder
Tas op de grond
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Welkom!
Boek, aantekenblad, pen en Chromebook op tafel
Log vast in bij LessonUp - zie code linksonder
Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lezen par. H4.1
  • Bespreken H4.1 + verwerken theorie met opdrachten uit het boek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.1
  1. Je kent de betekenis van de begrippen uit p.aragraaf 4.1.
  2. Je kunt voorbeelden geven van natuurlijke hulpbronnen, onderverdeeld in hernieuwbaar, niet-hernieuwbaar (fossiele brandstoffen) en onuitputtelijk.
  3. Je kunt aangeven waarom het in bezit hebben van zeldzame aardmetalen een land veel macht kan geven.
  4. Je kunt uitleggen hoe de bevolkingsgroei, welvaartsgroei en een stijging van de levensverwachting kunnen zorgen voor een snellere afname van (sommige) hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen en een bedreiging van de draagkracht van de aarde.
  5. Je kunt aangeven hoe duurzaam consumeren en duurzaam produceren milieu-aantasting kunnen voorkomen/ beperken.
  6. Je kunt voorbeelden van duurzaam consumeren en duurzaam produceren benoemen.
  7. Je kunt groene stroom (energie) onderdelen in zonne-energie, windenergie, getijdenenergie en hydro-elektriciteit (stuwdam).
  8. Je kunt per voorbeeld (leerdoel 7) voor- en nadelen benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NATUURLIJKE HULPBRONNEN
Wat zijn natuurlijke hulpbronnen?

Wat is het probleem van natuurlijke hulpbronnen?

Wat zijn natuurlijke hulpbronnen?


Natuurlijke hulpbronnen
Grondstoffen die gewoon aanwezig zijn op aarde zonder dat wij mensen daar iets voor hoeven te doen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke
hulpbronnen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fossiele brandstoffen
Welke fossiele
brandstoffen ken je?




Waar worden fossiele brandstoffen allemaal voor gebruikt?

Slide 7 - Tekstslide

Steenkool, aardolie (boorplatform Noordzee) en aardgas.
Geef aan of de bewering goed of fout is door dit naar de letter naast de zin te slepen.
a) Aardolie en aardgas zijn fossiele brandstoffen.
b) Windenergie en steenkool zijn fossiele brandstoffen. 
c) Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit dieren en planten.
d) De voorraad fossiele brandstoffen raakt nooit op.
R16
a
b
c
d
goed
goed
goed
goed
fout
fout
fout
fout

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zeldzame aardmetalen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeldzame aardmetalen
Sommige ertsen zijn erg zeldzaam. Ze komen maar op enkele plaatsen ter wereld voor of zijn erg verspreid aanwezig, dat het nauwelijks rendabel is om ze uit de grond te halen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Vraag 2 wordt gemaakt (blz. 186)

Hiervoor krijg je 5 minuten. Daarna wordt de opdracht nagekeken.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel natuurlijke hulpbronnen raken op. Dat gaat steeds sneller:
  1. Wereldbevolking groeit
  2. De welvaart neemt toe
  3. Levensverwachting stijgt
Draagkracht
Vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven en wonen, zonder schade aan te richten aan de leefomgeving.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht onder druk
Oplossingen om milieu-uitputting tegen te gaan
  • Duurzaam consumeren: minder kopen, delen, langer met apparaten doen 
  • Duurzaam produceren: Betere producten maken die langer meegaan, energiezuinige producten maken
  • Recyclen / hergebruiken stimuleren 

Slide 15 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
Voordelen groene energie (stroom)
  • Deze bronnen raken niet op
  • Weinig schadelijk voor milieu: er komt geen CO2 vrij, minder vervuilende afvalstoffen
Nadelen groene energie (stroom)
  • Productie is niet altijd zeker
  • Opslag van 'teveel' energie is nog lastig
  • Bij productie van o.a. windmolens en zonnepanelen worden nog fossiele brandstoffen gebruikt
Groene stroom
Stroom dat is opgewekt door hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie en waterenergie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonne-energie

Zonne-energie is te gebruiken voor:
  1. Zonnepanelen-zetten zonne-energie om in stroom.
  2. Zonnecollectoren-zetten zonne-energie om in warmte.


Voordelen
  1. Milieuvriendelijk - geen CO2 uitstoot
  2. Je kunt het opgewekte stroom dat je overhoud verkopen
  3. Je krijgt subsidie als je zonne-energie opwekt
  4. Huizen worden tegenwoordig meer waard met zonnepanelen
  5. Na verloop van een aantal jaar is  zijn de gemaakte kosten terugverdiend.
Nadelen
  1. Zonnepanelen plaatsen kost best veel geld en moeten door bedrijven geplaats worden
  2. Het is zichtbaar op je woning
  3. Je meterkast moet aangepast worden
  4. Onderhoud van de panelen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de plaats met klimaatgrafiek Y is de opbrengst van de zonnepanelen hoger dan in de plaats met klimaatgrafiek X. Geef hier vanuit de bron de oorzaak.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Windenergie
Voordelen
  • raakt nooit op
  • geen vervuiling - geen CO2 uitstoot
  • Veel wind in NL
Nadelen
  • waait niet altijd even hard
  • horizon vervuiling
  • Niemand wil ze in de achtertuin (NIMBY)
  • Lawaai
  • Gevaarlijk voor volgels 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
1. Welke ontwikkeling is zichtbaar als je kijkt naar de de hoogte van de windmolens?

2. Geef een verklaring voor deze ontwikkeling.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Water
Hydro-elektriciteit - elektriciteit opwekken door stromend water.

Stuwdammen
Nodig: hoogteverschillen (reliëf). Dus in bergachtige gebieden is dit mogelijk.

Voordelen: energie is duurzaam, geen CO2 uitstoot

Nadelen: verlies landbouwgrond, verlies leefgebied mens en dier, zwemroute vissen onderbroken, sedimenten zakken in stuwmeer.
Getijdenenergie
Energie opwekken door gebruik te maken van eb en vloed.

Voordeel (naast die van stuwdammen) is dat je altijd eb en vloed hebt.

Nadeel: alleen mogelijk daar waar het verschil tussen eb en vloed groot genoeg is.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voordeel van getijdenenergie ten opzichte van windenergie

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Huiswerk: opdracht 1 t/m 6

Start met opdracht 5 voor de atlasopgaven. Pak de 56e editie.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies