Les over onderwerp, deelonderwerp, titel, hoofdgedachte en hoofd- en bijzaken

Welkom! 
De les gaat vandaag over:
- Onderwerp
- Deelonderwerp
- Titel 
- Hoofdgedachte 
- Hoofd- en bijzaken 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
De les gaat vandaag over:
- Onderwerp
- Deelonderwerp
- Titel 
- Hoofdgedachte 
- Hoofd- en bijzaken 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan het onderwerp van een tekst benoemen. 
  • Ik kan het deelonderwerp van een alinea benoemen. 
  • Ik kan de tekst een geschikte titel geven. 
  • Ik kan de titel van een tekst uitleggen. 
  • Ik kan de hoofdgedachte van een tekst opschrijven. 
  • Ik ken de plaatsen waar de hoofdgedachte van een tekst staat. 
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen een hoofd- en een bijzaak. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Instructie over verschillende onderdelen + korte verwerkingsopdrachtjes 

- Maken instaptoets uit de reader 

- Evaluatie 

Slide 3 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest

Slide 6 - Quizvraag

Onderwerp en titel 
Titel = niet hetzelfde als het onderwerp 

MAAR > onderwerp valt vaak te herleiden aan de titel 


Slide 7 - Tekstslide

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.

  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.

  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 8 - Tekstslide

Deelonderwerp
Als je een tekst hebt gelezen, kun je het onderwerp bepalen.
Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende deelonderwerpen.

Een deelonderwerp herken je
vaak aan een tussenkopje.
Onderwerp: iPad in de klas
Deelonderwerpen:
  • digitale schoolboeken 
  • altijd internet 
  • interactief onderwijs

Slide 9 - Tekstslide

Je gaat een tekst schrijven over Parijs. Wat zijn mogelijke deelonderwerpen?

Slide 10 - Open vraag

Titel: 
Twee soorten:
- Informerende titel > geeft aan waar de tekst over gaat: alternatieven voor vlees


- Motiverende titel > prikkelen het publiek: gebakken lucht
Mooiste: combinatie! 


Slide 11 - Tekstslide

Waar denk je aan bij deze titel:
'My doctor said I need glasses'?

Slide 12 - Open vraag

Welke vragen kun je op de toets verwachten over de titel van een tekst?

Slide 13 - Open vraag

Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst

Elke tekst heeft een hoofdgedachte

Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of in het slot van de tekst

Je plukt een zin uit de tekst of je formuleert zelf een zin

- NOOIT een vraag! Altijd het antwoord op een vraag 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst?
A
onderwerp: samenvatting v/d tekst hoofdgedachte: samenvatting van de tekst in één zin.
B
onderwerp: een à twee woorden hoofdgedachte: samenvatting van de tekst.
C
onderwerp: belangrijkste zin tekst hoofdgedachte: belangrijkste zin uit de tekst
D
onderwerp: een à twee woorden hoofgedachte: samenvatting van de tekst in één zin.

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht: 
Verhaal doorvertellen 


Slide 16 - Tekstslide

Hoofdzaken
Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

  • Inleiding
  • Slot
  • Kernzinnen
  • Signaalwoorden
  • Verbanden
Bijzaken
Minder belangrijke informatie, maken de hoofdzaken duidelijker.
  • voorbeeld
  • herhaling
  • uitleg
  • cijfers
  • details

Slide 17 - Tekstslide

Vragenrondje
wat is jou nog niet duidelijk?

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk: 
- Leesvaardigheid: instaptoets + onderwerp bedenken ontwerptaak 

- Woordenschat: opdracht 1 + 2 reader maken 

- Taalverzorging: opdracht 1 t/m 5 reader maken 

- Literatuur: lezen in je boek

Slide 19 - Tekstslide

Ik heb de uitleg:
A
niet begrepen
B
beetje begrepen
C
goed begrepen
D
heel goed begrepen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video