In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Een woord met meer betekenissen.
Twee woorden die hetzelfde klinken, maar ander geschreven woorden (en iets ander betekenen).
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn.
- Maken opdracht 13 en 15 t/m 19