H1 en H2 overzicht

H1 en H2 overzicht
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 en H2 overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Eigenschappen van een stof

De witte stof is vloeibaar bij kamertemperatuur en is oplosbaar in ethanol

Slide 2 - Tekstslide

Stofconstanten
Stofeigenschap die je met een getal en eenheid
kunt weergeven

Water smelt bij 0 °C
Water kookt bij 100 °C

Slide 3 - Tekstslide

Stofconstanten
Massa en volume zijn geen stofeigenschappen
Dichtheid = massa van 1 m³ van een stof
Dichtheid is wel een stofeigenschap


Slide 4 - Tekstslide

Dichtheid
gram/cm3
     of
kilogram/m3


dichtheid=(volume)(massa)

Slide 5 - Tekstslide

Omrekenschema's massa en volume

Slide 6 - Tekstslide

Gevarenpictogrammen

Slide 7 - Tekstslide

Fasedriehoek
Fasen
&
Fasenveranderingen

Slide 8 - Tekstslide

Toestandsaanduidingen
De fase van een stof geef je aan door middel van een letter tussen haakjes
Dit schrijf je achter de naam van de stof
  • Vast: (s)
  • Vloeibaar: (l)
  • Gas: (g)
  • Opgelost in water: (aq)




solid
liquid
gas
aqua

Slide 9 - Tekstslide

Temperatuurschalen
Temperatuur geef je meestal aan in °C 
maar kan ook worden weergegeven in kelvin (K)

°C 
kelvin
+ 273
0°C
50°C
-20 °C
273 K
323 K
253 K

Slide 10 - Tekstslide

Zuivere stof
Tijdens koken en smelten blijft de temperatuur hetzelfde
  • Smeltpunt
  • Kookpunt

Slide 11 - Tekstslide

Mengsel
Tijdens koken en smelten loopt de temperatuur langzaam op
  • Smelttraject
  • Kooktraject

Slide 12 - Tekstslide

Macro en micro
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het periodiek systeem?

Overzicht van de bouwstenen van onze wereld


Moleculen zijn uitgebouwd uit 2 of meer atomen


Een molecuul opgebouwd uit meerdere atoomsoorten is een verbinding


Een element is een stof dat maar uit één atoomsoort bestaat

Slide 14 - Tekstslide

Het periodiek systeem

De 118 elementen staan op volgorde van atoomnummer.
In verticale groepen elementen met vergelijkbare eigenschappen.
Horizontaal: perioden

Slide 15 - Tekstslide

Elementgroepen
  • Alkalimetalen - groep 1
       - Reageren snel met zuurstof/lucht     
       - Reageren heftig met water 
  •  Halogenen - groep 17
        - Reageren snel en heftig met andere elementen 
  •  Edelgassen - groep 18
        - Reageren niet of moeizaam met andere elementen 

Slide 16 - Tekstslide

Formuletaal leren 
Leer de namen en symbolen die in tabel 2.13 op blz 47 staan. 
Je krijgt geen periodiek systeem of lijst met symbolen bij de toets

Slide 17 - Tekstslide

De molecuulformule

De elementen kunnen we samenvoegen tot moleculen.

CO2                                                                                                          







 




Molecuulformule



C
O
O
H
H
O
Index: geeft het aantal atomen aan (staat rechtsonder het symbool)
H2O

Slide 18 - Tekstslide

De molecuulformule

Meerdere moleculen worden weergegeven met
het
coëfficiënt
. Dit getal komt voor het molecuul te staan.



C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Hier is de coëfficiënt 5

dus 5 CO2

Slide 19 - Tekstslide

Claudia Fietst In Haar Ondergoed Naar Breda
of  Br I N Cl H O F

De moleculen van deze atomen bestaat altijd uit twee dezelfde atomen:

-Br2  : Broom        
-I2     : Jood
-N2   : Stikstof
-Cl2  : Chloor
-H2   : Waterstof
-O2   : Zuurstof
-F2    : Fluor


Slide 20 - Tekstslide

Atoommassa
Stoffen hebben massa's, stoffen bestaan uit moleculen, moleculen bestaan uit atomen, dus atomen hebben massa's.
De massa van een waterstofatoom is 1,66x10-27 kg! 

Niet zo handig he? 
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht. 
1 u = 1,67x10-27 kg

Slide 21 - Tekstslide

Atoommassa's en molecuulmassa's 
Atoommassa A van ieder atoom kun je aflezen in het Periodiek systeem 

Molecuulmassa berekenen van verbindingen
Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen.
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 23 + 1 x 35,5 = 58,5 u

Slide 22 - Tekstslide

Het gehalte van een atoomsoort in een verbinding
Als je de molecuulformule van een stof weet, kun je uitrekenen wat het gehalte van een bepaalde atoomsoort in dat molecuul is. 
  1. Bereken de totale massa van het molecuul
  2. Bereken de massa van de gevraagde atoomsoort

Slide 23 - Tekstslide

Formules en namen
  • Regels voor het naamgeven:
  1.  Je benoemt de elementen in de formule
  2.  Het laatste atoom eindigd altijd op -ide 
  3.  Je geeft met griekse telwoorden de hoeveelheid aan
  4.  Als er een mono vooraan staat wordt deze weggelaten
SO2           zwavel di oxide    

Slide 24 - Tekstslide

Formules en namen

Slide 25 - Tekstslide

Formules en namen
  1. Je kijkt hoeveel atomen er zijn in het molecuul
  2. Je geeft dat met een 'grieks' telwoord in de naam er voor aan!

Slide 26 - Tekstslide

Atoombouw
Atoommodel van Bohr
Een atoom bestaat uit:
- elektronen
- protonen (kern)
- neutronen (kern)

Slide 27 - Tekstslide

Atoombouw
Een atoom is opgebouwd uit protonen, neutronen en elektronen.
De 1+ geladen protonen (p) en de ongeladen neutronen (n) bevinden zich in de atoomkern.
De 1− geladen elektronen (e-)bevinden zich in een wolk rond de atoomkern.

Slide 28 - Tekstslide

Opbouw atoom
Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen in de kern van het atoom. Alle atomen van dezelfde soort hebben hetzelfde atoomnummer.
  • atoomnummer = aantal protonen
  • aantal elektronen = aantal protonen (geen lading)
  • massagetal = aantal protonen + aantal neutronen


Slide 29 - Tekstslide

Isotopen
Meeste elementen hebben meerdere isotopen. 

Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern, maar een ander aantal neutronen

Isotopen hebben dus hetzelfde atoomnummer, maar een andere massa.

Slide 30 - Tekstslide

Atoomnummer, massagetal en isotopen

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37






Slide 32 - Tekstslide