Evolutie

1 / 31
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

0

Slide 2 - Video

Wat weet je nog over evolutie?


Slide 3 - Tekstslide

Evolutie
Definitie: 
Het totaal aan verandering in kenmerken van organismen of populaties van generatie op generatie die ontwikkeld zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Is de evolutie theorie bewezen?

Zo ja, hoe?

Slide 5 - Tekstslide

De evolutie theorie gaat uit van:


1.  Verandering in genotype

2.  Natuurlijke selectie

3.  Ontstaan van nieuwe soorten

Slide 6 - Tekstslide

1. Verandering van genotype

Wat is genotype en wat is fenotype?

Wat gebeurt er tijdens deze veranderingen?


Slide 7 - Tekstslide

Tijdens geslachtelijke voortplanting komen er steeds meer nieuwe genotypen

Dit komt mede door mutaties

Verandering in genotype kan resulteren in verandering van fenotype

Slide 8 - Tekstslide

2. Natuurlijke selectie

Overlevingskans

Voordelige eigenschappen

Aanpassen 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie

Slide 10 - Tekstslide

3. Ontstaan van nieuwe soorten


Genotype - Fenotype

Klimaat

Subgroepen

Slide 11 - Tekstslide

Welke argumenten worden er gebruikt om de evolutie theorie te onderbouwen?

Slide 12 - Tekstslide

Argumenten
1. Fossielen

2. Overeenkomsten in bouw

3. Rudimentaire organen

4. Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 13 - Tekstslide

1. Fossielen
Versteend

Bedekt

Goed bewaard gebleven

Slide 14 - Tekstslide

2. Overeenkomst in bouw


Boten met een zelfde functie 

Komt terug in iedere gewervelde

Slide 15 - Tekstslide

3. Rudimentaire organen


Overige organen

Had een functie

Nu niet meer

Slide 16 - Tekstslide

4. Overeenkomst in embryonale ontwikkeling



In een vroeg stadium veel vergelijkingen

Later niet meer

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het fenotype?
A
De samenstelling van genen
B
De eigenschappen die tot uiting komen
C
De eigenschappen die niet tot uiting komen
D
De samenstelling van fenen

Slide 18 - Quizvraag

Waarom vindt er natuurlijke selectie plaats?
A
Omdat er dan natuurlijk wordt geselecteerd
B
Omdat sommige soorten niet mogen bestaan
C
Zodat gezonde/aangepaste soorten kunnen overleven
D
Omdat wij dat willen

Slide 19 - Quizvraag

Wat heeft de verandering van het klimaat en verandering van fenotype tot gevolg?
A
De aarde vergaat
B
De dieren gaan dood
C
Er ontstaan nieuwe soorten
D
Er gebeurt niets

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een argument voor de evolutie theorie?
A
Dieren met overeenkomende bouw
B
We weten het gewoon
C
Omdat Darwin dat zegt
D
Geen van allen

Slide 21 - Quizvraag

* Wat zijn rudimentaire organen?
(meerdere antwoorden)
A
Organen die we nog steeds gebruiken
B
Organen die nog steeds aanwezig zijn maar geen functie hebben.
C
Organen die deels verdwenen zijn door evolutie
D
Organen met een specifieke functie

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Evolutie
A
Theorie die uitgaat van variaties in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten
B
Is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen

Slide 24 - Quizvraag

Evolutietheorie
A
De theorie die uitgaat van dezelfde genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten
B
Theorie die uitgaat van variaties in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 25 - Quizvraag

Lamarck en Darwin
Bovenste rij van links naar rechts: 
Het ontstaan van de lange nek bij de giraffe volgens Lamarck. De giraffe krijgt tijdens zijn leven een langere nek door het strekken van de nek naar hogere blaadjes. 

Onderste rij van links naar rechts: 
Het ontstaan van de lange nek bij de giraffe volgens Darwin. De giraffen met de korte nek gaan dood, zodat er steeds meer giraffen komen met lange nekken.
Lamarck
een andere verklaring (theorie) dan Darwin

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

        Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen 
van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.

Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen 
jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, 
ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen'  zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht: Caminalculen
1. De beestjes op de plaatjes zijn 12 miljoen tot 0 miljoen jaar  oud (nog levend). Knip de plaatjes uit en leg ze in de juiste volgorde qua jaar.
2. Bekijk de plaatjes en zoek naar overeenkomsten en maak hier een stamboom van.

Nodig: schaar & plakband/lijm

Slide 31 - Tekstslide