Medicijngroepen: Ontdek hun werking!

Medicijngroepen: Ontdek hun werking!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medicijngroepen: Ontdek hun werking!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verschillende medicijngroepen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Analgetica
Pijnstillers zoals paracetamol en ibuprofen vallen onder deze groep. Ze verminderen pijngevoel door de werking op het zenuwstelsel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica
Voorbeelden van antibiotica zijn amoxicilline en azitromycine. Ze bestrijden bacteriële infecties door bacteriën te doden of hun groei te remmen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anticoagulantia
Warfarine en heparine zijn voorbeelden. Ze voorkomen bloedstolling en worden gebruikt om bloedstolsels te voorkomen of behandelen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antidiabetica
Insuline en metformine zijn voorbeelden. Ze helpen de bloedsuikerspiegel te reguleren bij diabetespatiënten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden
Prednison en hydrocortison behoren tot deze groep. Ze verminderen ontstekingen en onderdrukken het immuunsysteem.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytostatica
Voorbeelden zijn methotrexaat en fluorouracil. Ze remmen de groei van kankercellen en worden gebruikt bij chemotherapie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diuretica
Furosemide en hydrochloorthiazide zijn voorbeelden van diuretica. Ze verhogen de urineproductie en verminderen zo de hoeveelheid vocht in het lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
Voorbeelden zijn insuline, testosteron en oestrogeen. Ze reguleren verschillende lichaamsfuncties zoals stofwisseling, groei en voortplanting.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laxantia
Dulcolax en lactulose zijn voorbeelden. Ze stimuleren de stoelgang en worden gebruikt bij obstipatie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagmiddelen
Omeprazol en ranitidine behoren tot deze groep. Ze verminderen de zuurproductie in de maag en worden gebruikt bij maagzweren en brandend maagzuur.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antihypertensiva
Enalapril en amlodipine zijn voorbeelden. Ze verlagen de bloeddruk en worden gebruikt bij hypertensie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychofarmaca
Fluoxetine en haloperidol vallen onder deze groep. Ze beïnvloeden de geestelijke gezondheid en worden gebruikt bij depressie, angst en andere psychische aandoeningen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaapmiddelen
Zolpidem en temazepam zijn voorbeelden. Ze helpen bij slapeloosheid door het bevorderen van de slaap.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhalatiemedicijnen
Salbutamol en fluticason behoren tot deze groep. Ze worden gebruikt voor de behandeling van luchtwegaandoeningen zoals astma en COPD.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.