1km oefentoets H1 en H2 woschat en taalverzorging oefenen

Welkom!

Ga op je plek zitten en pak je spullen. 

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • groot schrift (A4) open bij opdracht 2 en 5
  • etui
  • leesboek
Wacht rustig tot de les begint. 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga op je plek zitten en pak je spullen. 

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • groot schrift (A4) open bij opdracht 2 en 5
  • etui
  • leesboek
Wacht rustig tot de les begint. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • opening/welkom/mededelingen
  • nakijken en stil lezen
  • vragen over de toetsstof
  • keuzeopdracht 
  • evaluatie les 

Slide 2 - Tekstslide

In stilte!
Kijk opdracht 2 en 5 na. 

Lees stil in je boek. 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

wo 17 november
Hoofdstuk 1 en 2 
woordenschat en taalverzorging

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik bereid mij goed voor op de toets. 

- Begrijp ik de stof?

- Beheers ik de stof?


Slide 5 - Tekstslide

H1 en H2 woordenschat
- H1: woordjes (vooral opdracht 2 en 3)
- Ik weet wat een synoniem is. 
- Ik kan de betekenis van een woord raden met behulp van een synoniem. 
- H2: woordjes (vooral opdracht 2)
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden. 


Slide 6 - Tekstslide

Wat is de betekenis van vatbaar?
A
gebrek
B
verband
C
gemakkelijk te beïnvloeden
D
iets wat je goed doet

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Volgens de website […] ze de bestelling gratis binnen vierentwintig uur.
A
prestaties
B
ontstaan
C
relaties
D
leveren

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Als ik een zielig verhaal hoor, kan ik mijn {...} moeilijk verbergen.
A
prestaties
B
emoties
C
relaties
D
leveren

Slide 9 - Quizvraag

Noteer een synoniem van auteurs.
Volgende week komen de auteurs Simon en Laura Burgers bij ons op school. Simon en Laura zijn vader en dochter en zijn de schrijvers van het boek Copy Cat.

Slide 10 - Open vraag

Noteer een synoniem van mysterieuze.
Het boek gaat over een mysterieuze groep mensen die bezig is met klonen. Een aantal jongeren krijgt te maken met deze geheimzinnige groep en beleeft bloedstollende momenten.

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent circa?
A
aanwezig
B
afmaken
C
beloning
D
ongeveer

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent letterlijk?
A
aanwezig
B
precies zoals het er staat
C
vanaf het tijdstip van
D
beloning

Slide 13 - Quizvraag

Noteer de betekenis van snuisterijen. Mijn oma heeft veel snuisterijen op haar tv-tafel staan. Die kleine siervoorwerpen die niet veel waarde hebben, mag ik nooit aanraken.

Slide 14 - Open vraag

Noteer de betekenis van maximaal. Je mag voor dat verslag maximaal, niet meer dan, honderd woorden gebruiken.

Slide 15 - Open vraag

H1 en 2 taalverzorging
Leer alle theorie (groene stukjes) op blz. 30, 32, 54, 56, 58
  • Ik kan de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken. 
  • Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken. 
  • Ik kan woorden met au en ou goed spellen. 
  • Ik kan de persoonsvorm van een korte zin vinden. 
  • Ik kan woorden die op een -d of een -t eindigen goed spellen.
  • Ik kan de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd spellen.
  • Ik kan woorden met ei en ij goed spellen. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
De opticien meet de afwijking van mijn ogen met een nauwkeurig apparaat.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Maken jullie elke ochtend croissantjes voor het ontbijt?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm? Wie heeft de deur van de garage nou weer opengelaten?

Slide 19 - Open vraag

Wat is juist?
A
maandblat
B
maandblad

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist
A
speelvelt
B
speelveld

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
planeet
B
planeed

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?
A
noort
B
noord

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste woord. Wil jij ... oven aanzetten op 220 graden?
A
de
B
het

Slide 24 - Quizvraag

Wat is goed?
A
zuidhorn
B
Zuidhorn
C
Herfst
D
Zondag

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed?
A
December
B
december
C
kerkstraat
D
Ongeluk

Slide 26 - Quizvraag

au of ou
n...wkeurig

Slide 27 - Open vraag

au of ou

Slide 28 - Open vraag

het: dit / dat    *  die: die / deze

Slide 29 - Tekstslide

Bah, wat is ... toilet verschrikkelijk vies
A
dat
B
die

Slide 30 - Quizvraag

Zou ... gerucht over de sloop van ons clubhuis waar zijn?
A
dat
B
die

Slide 31 - Quizvraag

Puck heeft ... groene markeerstift gebruikt om aantekeningen te maken
A
dat
B
die

Slide 32 - Quizvraag

Ik ben bang dat ... shirt me inmiddels veel te klein is.
A
deze
B
dit

Slide 33 - Quizvraag

Ik vind het schilderij ...bij mijn opa en oma in de gang hangt foeilelijk.
A
dat
B
die

Slide 34 - Quizvraag

Noteer de ik-vorm:
luisteren * ik ....

Slide 35 - Open vraag

Noteer de ik-vorm
lezen - ik ....

Slide 36 - Open vraag

Wat is juist?
A
eindelijk
B
ijndelijk

Slide 37 - Quizvraag

Wat is juist?
A
tweifel
B
twijfel

Slide 38 - Quizvraag

Leren voor de toets

  1. Maak de oefentoets in LessonUp
  2. Maak een samenvatting of mindmap
  3. Kijk nog eens goed in je schrift. Bij welke opdrachten maakte je veel fouten? Hoe kun je die fouten bij de toets voorkomen? 
  4. Bedenk toetsvragen en antwoorden. Schrijf ze in je schrift.
  5. Oefen in Numo. 
  6. Klaar? Lees je boek


timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Nakijken
Hoe?
  1. Kijk met een andere kleur pen na. 
  2. Zet een krul als je antwoord goed is. 
  3. Is het niet goed? Zet een kruisje en                                          daarachter het juiste antwoord.   

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk

Datum:  ma 7 december

Maken:

opdracht 5 blz. 59

Studyflow W2.1

Leren:

theorie blz. 58


Slide 41 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik weet wat ik al kan. 

Ik weet wat ik nog moet leren en/of oefenen. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Op deze school...
... gaan we veilig, vriendelijk en verantwoordelijk met elkaar en onze spullen om.  (3xV)

... werken we optimaal en ongestoord. (2xO)





Slide 45 - Tekstslide