les 10 thema 2 hv2a (do) ipv coach wegens uitval di dag.

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Coach: is er wat te bespreken/regelen?? Individuele gesprekjes.

Bio: 
Terugblik leerdoelen vorige week.   
Uitleg nieuwe leerdoelen. 
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? (een paar vragen) 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week
Huiswerk af? (Controle).
B4: vraag 1 en 8

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

Nog even wat (10) vragen om te zien of jullie de stof al beheersen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke stoffen die eigenlijk als bouwstof dienen, worden als brandstof gebruikt bij anorexia?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines+mineralen

Slide 4 - Quizvraag

Kunnen alleen meiden anorexia krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is het krijgen van overgewicht gevaarlijk voor je lichaam?
A
Kans op hart en vaatziekten wordt vergroot
B
Het ziet er niet mooi uit
C
Je kan anorexia nervosa krijgen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

De invloed van media kan een rol spelen bij het ontwikkelen van een eetstoornis.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Clara is een volwassen vrouw. zij berekent haar BMI. Hoe moet ze dat doen?
A
BMI=gewicht2lengte
B
BMI=lengte2gewicht
C
BMI=gewichtlengte2
D
BMI=lengtegewicht2

Slide 8 - Quizvraag

BMI staat voor
A
Body Mass Indicator
B
Body Mystery Index
C
Body Mass Index
D
Body Misses Index

Slide 9 - Quizvraag

Clara (volwassen vrouw) komt uit op een BMI van 23,5 wat betekent dit voor haar?
A
Ze is te licht
B
Ze heeft een gezond gewicht
C
Ze is te zwaar

Slide 10 - Quizvraag

Welk deel van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Roze

Slide 11 - Quizvraag

Tot welk vak van de schijf van vijf hoort rijst?
A
vak groen
B
vak oranje
C
vak roze
D
vak blauw

Slide 12 - Quizvraag

laatste vraag:
Het Voedingscentrum adviseert iedere dag uit elk vak van de schijf van vijf iets te eten of drinken. Waarom is dit een goed advies?
A
Omdat deze vijf vakken samen alle voedingsstoffen bevatten die we dagelijks nodig hebben
B
Deze vakken zijn rijk aan zetmeel en voedingsvezel.
C
Dan eet je niet teveel
D
Hier zitten geen suikers in en dat is goed voor je gebit.

Slide 13 - Quizvraag

De leerdoelen van deze week: 
-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
(uitleg heb je vorige week al gehad).

 
-Practicumvaardigheden trainen.
Volgende les practicum. (Dus boek mee --> agenda).

Slide 14 - Tekstslide

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
-Practicumvaardigheden trainen.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst B5 van thema 2.
-Te maken: de opdrachten van basisstof 5. 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
-Uit te voeren practicum 4 (mag voor een cijfer ipv vorige practicum)
Eerst 5 minuten zelf in stilte, 
daarna mag je overleggen. 
Aan het eind nog 11 korte  vragen via lessonup.

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting,
Wat heb je geleerd deze les, kun je de volgende 11 vragen allemaal goed beantwoorden?

Zo niet gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 16 - Tekstslide

Drie methoden om voedselbederf door micro-organismen tegen te gaan, zijn invriezen, pasteuriseren en steriliseren.

Bij welke van deze methoden worden alle micro-organismen in het voedsel gedood?
A
Pasteuriseren
B
Invriezen
C
Steriliseren
D
Pasteuriseren en Steriliseren

Slide 18 - Quizvraag

Augurken in een zure oplossing leggen
A
Doorstralen
B
Drogen
C
Natuurlijk conserveermiddel toevoegen
D
Steriliseren

Slide 19 - Quizvraag

Het verschil tussen pasteuriseren en steriliseren van melk is
A
de temperatuur
B
de duur van verhitten
C
de temperatuur en duur van verhitten
D
er is geen verschil

Slide 20 - Quizvraag

Van druiven kun je rozijnen maken.
Rozijnen zijn lang houdbaar.

Door welke manier van conserveren komt dit?

A
drogen
B
pasteuriseren
C
steriliseren
D
suiker toevoegen

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van conserveren zou toegepast zijn op een pak melk die niet in het koelvak hoeft te staan?
A
Er zijn additieven in het product gedaan
B
De melk is gepasteuriseerd
C
De melk is gesteriliseerd

Slide 22 - Quizvraag

Voedselvergiftiging kan ontstaan door bacteriën.


A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Als je rijst droogt ben je aan het conserveren.
A
onjuist
B
juist

Slide 24 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een pot jam.
Hoe komt het dat de jam
in deze pot niet snel bederft?

A
Doordat de ongunstige temperatuur ervoor zorgt dat bacteriën en schimmels niet kunnen groeien.
B
Doordat bacteriën en schimmels in een milieu met veel suiker niet kunnen leven.
C
Doordat bacteriën en schimmels in een milieu zonder water niet kunnen leven.

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin omschrijft steriliseren het best?
A
Stoffen aan voedingsmiddelen toevoegen om ze aantrekkelijker te maken.
B
Sulfiet aan voedingsmiddelen omdat bacteriën en schimmels er niet tegen kunnen.
C
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij de meeste bacteriën en schimmels doodgaan
D
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij alle bacteriën en schimmels doodgaan.

Slide 26 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zinnen is juist?
A
De verschijnselen van een salmonellabesmetting kunnen weken aanhouden
B
Door kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen kun je een voedselvergiftiging krijgen
C
Een besmetting met salmonella geeft klachten als diarree, buikpijn en koorts.
D
Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel besmet is met salmonellabacteriën

Slide 27 - Quizvraag

Een vegetariër eet geen vlees. Eén voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen. Wat zou hij kunnen eten om dit binnen te krijgen

A
Vlees
B
Graan
C
Noten
D
appels

Slide 28 - Quizvraag

Leerdoelen behaald?
Ver genoeg gekomen met de opdrachten? 
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 29 - Tekstslide