herhaling spelling hoofdstuk 4 en 5

Welkom lieve kinderen
  • Absentie 
  • Vorige les: so gemaakt grammatica​

  • Deze les: so nabespreken, uitleg en maken spelling hoofdstuk 4 en 5​ 
  • Doel van deze les: Ik weet welk leerdoel ik beheers
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom lieve kinderen
  • Absentie 
  • Vorige les: so gemaakt grammatica​

  • Deze les: so nabespreken, uitleg en maken spelling hoofdstuk 4 en 5​ 
  • Doel van deze les: Ik weet welk leerdoel ik beheers

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel hoofdstuk 4

  • Ik kan een  voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijven. 

  • Ik weet of een samenstelling met tussen -n of tussen -s is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Leerdoel hoofdstuk 5
  • Ik kan het  werkwoordspelling schema gebruiken

  • Ik kan verkleinwoorden maken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de juiste vorm van het woord in de verleden tijd
(verwachten) Ik ...........gisteren bezoek.
A
verwachte
B
verwachde
C
verwachtte
D
verwachtten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het woord in de verleden tijd
(schieten) Dat........ hem opeens te binnen.
A
schiet
B
schoot
C
schiette
D
schot

Slide 8 - Quizvraag

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord.

(ontbijten) We hebben uitgebreid
A
geontbeten
B
ontbijt
C
geontbijt
D
ontbeten

Slide 9 - Quizvraag

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord.
(voorspellen) Ik had het je al
A
voorspeld
B
voorgespelt
C
voorspelt
D
voorgesteld

Slide 10 - Quizvraag

Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord.
1 Die (buigen) houding is niet goed voor je rug.
2 De nieuw (inrichten) woonkamer maakte haar blij.
3 De (haten) woordjes leerde ik snel.
4 Het (verroesten) slot zit muurvast.

Slide 11 - Open vraag

Tussen -n of -s

station + klok
A
stationsklok
B
stationklok

Slide 12 - Quizvraag

Tussen -n of -s
A
hondenhok
B
hondehok

Slide 13 - Quizvraag

Tussen -n of -s
A
verkeerdagent
B
verkeersagent

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord op
1 (auto) Is dat je vaders nieuwe........... ?
2 (vriendin, ring) Hij gaf zijn ..........een zilveren .........

Slide 16 - Open vraag

Maak nu online de volgende opdrachten: 

Hoofdstuk 4: 3, 5 en 9

Hoofdstuk 5: 4,8,9 en 10

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik: Bij welk leerdoel heb je nog verlengde instructie nodig.
1. Ik kan een bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord schrijven
2. Ik kan verkleinwoorden schrijven
3. Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruiken
4. Ik kan verkleinwoorden schrijven

Slide 18 - Open vraag