5.4 Geld genoeg?

H5 Hoe werkt de overheid?
Paragraaf 5.4 Geld genoeg?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Hoe werkt de overheid?
Paragraaf 5.4 Geld genoeg?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel is.
  • Je kunt de sociale verzekeringen onderverdelen in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale voorzieningen zijn en wat sociale zekerheid is.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland een verzorgingsstaat is.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.3
  • Sociaal minimum
  • Sociale verzekeringen
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen
  • Sociale voorzieningen
  • Solidariteitsbeginsel
  • Verzorgingsstaat

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt.
  • Je kunt snel omrekenen van miljarden naar miljoenen en omgekeerd.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe de overheid aan inkomsten komt.
  • Je kunt voorbeelden geven van inkomsten van de gemeente.

Slide 5 - Tekstslide

Rijksbegroting
  • Ieder jaar presenteert de regering de rijksbegroting, met de verwachte uitgaven en inkomsten van het rijk.
  • In de miljoenennota worden de gemaakte keuzes uitgelegd.
  • Als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven, dan is er een begrotingsoverschot andersom is er een begrotingstekort.
  • Heb je te lang een begrotingstekort, dan loopt de staatsschuld op.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Van miljarden naar miljoenen

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel miljoen is 0,8 miljard?

Slide 9 - Open vraag

Van miljoenen naar miljarden

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel miljard is 78 miljoen?

Slide 11 - Open vraag

Inkomsten van het rijk
Het rijk komt op de volgende manieren aan geld:
  • sociale premies hiervan worden uitkeringen betaald.
  • Niet-belastingontvangsten zoals winst of boetes
  • Directe belastingen worden rechtstreeks aan de overheid betaald, zoals inkomens- en vennootschapsbelasting.
  • Indirecte belastingen gaan met een omweg naar de overheid. Voorbeeld hiervan zijn btw en accijnzen.

Slide 12 - Tekstslide

Inkomsten gemeente
Ook de gemeente heeft inkomsten nodig om hun uitgaven te betalen. 
De gemeente krijgt inkomsten op de volgende manieren:
  • Gemeentefonds dit is een bijdrage van het rijk
  • Belastingen en heffingen ontvangen ze van inwoners van de gemeente.
  • OZB ontvangen ze van woningeigenaren.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt.
  • Je kunt snel omrekenen van miljarden naar miljoenen en omgekeerd.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe de overheid aan inkomsten komt.
  • Je kunt voorbeelden geven van inkomsten van de gemeente.

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.4
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Miljoenennota
  • Ozb
  • Rijksbegroting
  • Begrotingsoverschot
  • Begrotingstekort
  • Staatsschuld

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.4: 2, 4, 7 en 8  
Maken Rekenopdrachten: 7, 8, 10 en 14
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.4
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.4
 

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide