5.4 Geld genoeg?

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?

Slide 1 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?

  • Ik kan 5 voorbeelden geven van inkomsten die de gemeente heeft.
  • Ik kan uitleggen wat de miljoenennota is.
  • Ik kan het verschil tussen indirecte en directe belastingen uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

5.4 Geld genoeg?
Soorten belastingen
  • Directe belastingen:
     Deze belastingen betaal je rechtstreeks aan de Nederlandse Belastingdienst.
     voorbeelden: loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
  • Indirecte belastingen:
     Deze belastingen betaal je aan een winkelier, die deze vervolgens doorstort aan de   Nederlandse Belastingdienst.
     voorbeelden: BTW  en accijnzen

Slide 4 - Tekstslide

Belastingen
Belastingen kun je in twee groepen verdelen:

Directe belastingen
betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst van de overheid.





















Slide 5 - Tekstslide

Belastingen
Belastingen kun je in twee groepen verdelen:

Indirecte belastingen
betaal je met een omweg aan de Belastingdienst van de overheid.



















Slide 6 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Andere inkomsten
  • Premies sociale zekerheid
  • Gasbaten en boetes

Slide 7 - Tekstslide

Uitgaven en inkomsten van de overheid










Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.




Slide 8 - Tekstslide

Inkomsten van de overheid
De overheid heeft verschillende inkomsten:
Belastingen: leveren de meeste inkomsten op.
Sociale premies: bedoeld voor de uitkeringen van de sociale verzekeringen

Niet-belastingontvangsten
bijvoorbeeld 
  • de winst van overheidsbedrijven 
  • boetes
















Slide 9 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Miljoenennota
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven (begroting)
  • Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
  • Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort
  • In de miljoenennota worden de keuzes uitgelegd (plannen) die in de Rijksbegroting worden gepresenteerd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Staatsschuld versus overheidsschuld
  • Wanneer het Rijk geld leent (bij een begrotingstekort), neemt de staatsschuld toe.
  • Overheidsschuld:
      staatsschuld
      schulden provincies en gemeentes
      schulden sociale verzekeringsinstellingen (UWV, SVB,...)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Geld voor de gemeente
Inkomsten van de gemeente
Het grootste deel: uit het Gemeentefonds van het rijk.

Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen voor. Voorbeelden :
  • onroerendezaakbelasting (ozb)
  • rioolheffing
  • afvalstoffenheffing












Slide 15 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Inkomsten gemeente
  • Gemeentefonds (geld van het Rijk)
  • Onroerende zaakbelasting (op basis van WOZ-waarde woning)
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing
  • Parkeerbelasting
  • Hondenbelasting
  • Vergunningen...etc

Slide 16 - Tekstslide

Snel van miljarden naar miljoenen
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.


Zo reken je snel om van miljarden naar miljoenen:








Slide 17 - Tekstslide

Snel van miljoenen naar miljarden
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.

Zo reken je snel om van miljoenen naar miljarden:













Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag met:
Paragraaf 5.4 blz 150
1 t/m 8

Slide 19 - Tekstslide