Informatieve tekst

Informatieve tekst


Opdracht: schrijf een werkstuk over een zelfgekozen onderwerp
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Informatieve tekst


Opdracht: schrijf een werkstuk over een zelfgekozen onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiden

- Bedenk een onderwerp
- Denk na over doel en publiek: wie is je lezer en wat wil je de lezer gaan vertellen?
- Maak een woordweb en een bouwplan

 

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp kiezen


- Kies een onderwerp dat je zelf interessant vindt
- Maak je onderwerp niet te groot (niet: de aarde, maar het ontstaan van de aarde, of bevolkingsgroei/niet: voedsel, maar snoep of vegetarisme)
- Zorg dat je bronnen kunt vinden over je onderwerp

Slide 3 - Tekstslide

Woordweb maken

Slide 4 - Tekstslide

Bouwplan/schrijfplan maken

Slide 5 - Tekstslide

Titelblad

- Het eerste blad van je werkstuk
- Titel, naam, klas, datum, naam van je docent 
- Zorg dat het er mooi en verzorgd uitziet (jouw lezer moet zin hebben om het te gaan lezen)

Slide 6 - Tekstslide

Inhoudsopgave

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
- Een introductie over het onderwerp van jouw werkstuk
- Wat kan jouw lezer verwachten van de rest van de tekst?
- Welke hoofdstukken komen er achtereenvolgens voorbij?
- Geef een heel korte beschrijving van deze hoofdstukken
- Je kunt de inleiding ook beginnen met een paar vragen die je verderop in het werkstuk beantwoordt 

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstukken


- Het middenstuk van je werkstuk
- Per deelonderwerp maak je een nieuw hoofdstuk 
- Breng een duidelijke opbouw en structuur aan (bouwplan!)


Slide 9 - Tekstslide

Slot/conclusie

- Herhaal nog eens kort wat je in de hoofdstukken besproken hebt (een korte samenvatting)
- Het slot kan ook een conclusie zijn (zoals een antwoord op een vraag) 
- Je kunt ook je eigen mening over jouw onderwerp geven

Slide 10 - Tekstslide

Bronnenlijst
- Chat GPT is geen bron!
Boek: 
Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel: Eventuele subtitel. Plaats uitgever: Uitgever.
Voorbeeld:
Speet, B. (2008). De tijd van steden en staten: 1000 – 1500. Zwolle: Waanders.
 

Slide 11 - Tekstslide

Artikel uit krant of tijdschrift:
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum). Titel artikel: Eventuele subtitel. Naam van tijdschrift of krant, evt. nummer, paginanummer(s).
Voorbeelden:
Adolf, S. (1 maart 2008). Nederlandse design fleurt Madrid op. NRC Handelsblad, p. 9.
Crok, M. en M. Keulemans (2010). Klimaatverandering: de tussenstand. NWT natuurwetenschap & techniek, 4, p. 24 – 33.

Tip: bronnen zonder auteur worden alfabetisch op titel gezet en komen vooraan in de lijst. Dit komt soms voor bij tijdschriften en internetsites.

Slide 12 - Tekstslide

Internetsite:
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website (altijd alleen de actieve link).

Voorbeelden:
Weijer, K. (2000). Geschiedenis van het gebruik van de Schiphol-Oostbaan. Geraadpleegd op 16 april 2010. http://www.vliegoverlast.nl/archief/GeschiedenisGebruikSchipholOostbaan071200.html ? 

Zwaartekracht (2010). Geraadpleegd op 16 april 2010. http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht .

Tip: soms is het moeilijk om van internetsites de auteur te vinden; kijk op een site bijvoorbeeld bij Colofon of Over ons. Vind je echt niets, vermeld dan de verantwoordelijke organisatie en als ook dat onduidelijk is, zet dan de titel vooraan en het publicatiejaar er achter.

Tip: neem niet de homepage, maar de deeplink van de sites, die ‘pagina’ waar jij de informatie vandaan hebt gehaald en zorg dat de link actief is (direct aangeklikt kan worden).


Slide 13 - Tekstslide

Citeren
- Dit doe je als je letterlijk een stukje tekst overneemt uit een bron
- Je moet altijd laten zien dat je citeert. Dit doe je zo:
"De gitaar is mijn redding geweest. Zonder gitaar had ik het niet overleefd," zei Eric Clapton (Clapton, E. ,2008)-> in je bronnenlijst geef je dan de bronvermelding in zijn geheel)

Slide 14 - Tekstslide

Afronding
- Gebruik je eigen woorden!
- Controleer je tekst op spelling en grammatica
- Bepaal of je tekst aansluit bij je publiek 
- Is je tekst interessant en leuk om te lezen?
- Maak je lay-out in orde (ook: bladzijdenummers)
- Voeg foto's, schema's en dergelijke toe als het nodig is

Slide 15 - Tekstslide

Inleveren 
1 april

Slide 16 - Tekstslide