De Kracht van Humor: Situatiehumor, Ironie, Sarcasme en Meer

De Kracht van Humor: Situatiehumor, Ironie, Sarcasme en Meer
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Kracht van Humor: Situatiehumor, Ironie, Sarcasme en Meer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de begrippen situatiehumor, ironie, sarcasme, overdrijving en woordspelingen uitleggen en herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verschillende vormen van humor?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve Quiz
Start de les met een korte quiz om de voorkennis van de leerlingen over humor te peilen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatiehumor
Humor die voortkomt uit alledaagse situaties en onverwachte gebeurtenissen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ironie
Het uiten van een andere betekenis dan wat letterlijk wordt gezegd, vaak met een spottende ondertoon.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sarcasme
Een vorm van humor waarbij iets wordt gezegd, maar het tegenovergestelde wordt bedoeld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdrijving
Het bewust overdrijven van een situatie of eigenschap om humor te creëren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordspelingen
Humor die gebaseerd is op de dubbele betekenis of klank van woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raden van Humor
Laat de leerlingen in groepen verschillende voorbeelden van humor categoriseren als situatiehumor, ironie, sarcasme, overdrijving of woordspelingen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.