Ontwikkelingspsychologie - 1.1 t/m 1.4

PPO - Ontwikkelingspsychologie

1. Kennismaken 
2. Uitleg vak ontwikkelingspsychologie
3. Introductie casus
4. Koppelen code 
5. Starten module 3, hoofdstuk 1.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PPO - Ontwikkelingspsychologie

1. Kennismaken 
2. Uitleg vak ontwikkelingspsychologie
3. Introductie casus
4. Koppelen code 
5. Starten module 3, hoofdstuk 1.

Slide 1 - Tekstslide

Opzet vak PPO leerjaar 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Lesinhoud
Ontwikkelingspsychologie

 
Boek ‘communicatie en ondersteunen’ – Module 3

Ontwikkelingspsychologie

 
Boek ‘communicatie en ondersteunen’ – Module 3

Orthopedagogiek 
Orthopedagogiek
Toetsing
Kennistoets module 3
Portfolio opdracht 1
Portfolio opdracht 2 + kennistoets orthopedagogiek 

Slide 2 - Tekstslide

Wat denk/ hoop je te gaan leren bij het vak ontwikkelingspsychologie?

Slide 3 - Woordweb

Introductie casus
Verwerk in groepen van 4 studenten onderstaande opdracht: 

1. Welke ziektebeelden of aandoeningen vanuit de casus kun je tegenkomen in de PPO lessen? 
2. Noteer alle personen die een rol spelen in de casus. Beschrijf per persoon in welke ontwikkelingsfase zij zitten. 
3. Mevrouw Janzen heeft verschillende ontwikkelingsgebieden. Noteer deze ontwikkelingsgebieden en beschrijf hoe dit gaat. 
4. Wat kan je vertellen over de draagkracht en draaglast van mevrouw Janzen?
5. Waar zou je als persoonlijk begeleider aandacht aan kunnen besteden om de draagkracht te versterken en de draaglast te verkleinen? 

Slide 4 - Tekstslide

Welke ziektebeelden ben je tegen gekomen?

Slide 5 - Woordweb

Welke ontwikkelingsgebieden ben je tegen gekomen?

Slide 6 - Woordweb

Start theorie module 3
hoofdstuk 1

Slide 7 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het rechter plaatje?

Slide 8 - Open vraag

Ontwikkelingspsychologie 
Bestaat uit 2 woorden: ontwikkeling en psychologie.

Ontwikkeling
=  Groei. Je leert jouw talenten kennen en gebruiken en leert nieuwe vaardigheden.

Psychologie =  De wetenschap die het menselijke gedrag bestudeert.



Wat betekent dan het woord ontwikkelingspsychologie ? 

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie 
De ontwikkelingspsychologie bestudeert de normale ontwikkeling van een kind (0 tot 18 jaar).

Hierbij worden er drie factoren onder de loep genomen:

1. Kalenderleeftijd: welk gedrag past binnen welke fase en gaat dit goed?
2. Biologische leeftijd: hoe gezond is het lichaam van binnen (genen, leefstijl, omstandigheden etc.)
3. Sociale leeftijd:  welke omgevingsfactoren spelen mee? Denk aan woonomstandigheden, gescheiden ouders, sociaal netwerk etc. 


Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie 
De levenslooppsychologie loopt over het gehele leven: geboorte tot overlijden.

 
De levenslooppsychologie kijkt naar wat iemand in zijn leven mee maakt en welke invloed deze gebeurtenissen hebben. 

Vaak ingrijpende gebeurtenissen zoals een overlijden, trauma, scheiding. 
Deze gebeurtenissen kunnen een (tijdelijke) vertraging binnen de ontwikkeling van het kind veroorzaken. 

Slide 11 - Tekstslide

Noem een voorbeeld vanuit jezelf, jouw ouders, opa/ oma of iemand anders waaruit blijkt dat een bepaalde gebeurtenis invloed had op zijn/ haar ontwikkeling

Slide 12 - Open vraag

Ontwikkelingspsychologie 
We ontwikkelen door middel van groei.
Hiervoor zijn 3 basis principes verantwoordelijk, deze leiden tot vooruitgang: 

 1. Groeiprocessen
 2. Leerprocessen
 3. Rijpingsprocessen

Slide 13 - Tekstslide

Je hebt een nieuwe boek gekocht voor je zusje. Je zusje is vier jaar oud en gaat vanaf volgende week naar school. In het boek staan naast plaatjes ook geschreven teksten. Je hoopt dat jouw zusje door middel van dit boek een kei wordt in rekenen.


Welke basis principes van de ontwikkeling lees je in bovenstaande casus terug?

Slide 14 - Open vraag

Ontwikkelingspsychologie
- Ontwikkeling ligt in grote lijnen vast, toch verloopt ieders ontwikkeling uniek.

- Onderstaande factoren zijn van invloed voor een unieke ontwikkeling: 
  •  Interne factoren
Aangeboren geschiktheid als uiterlijk en talenten
  •  Externe factoren
 Gedrag van buiten af (milieu). Denk aan directe omgeving,
 sociaal - economische - culturele factoren en ingrijpende levensgebeurtenissen. 
  •  Zelfbepaling
 Autonomie: Vermogen om eigen richting aan je leven te geven

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Stelling!

Als deze kinderen onder andere omstandigheden (externe factoren) waren opgegroeid hadden zij zich anders kunnen ontwikkelen
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 17 - Quizvraag

Ontwikkelingspsychologie
In de ontwikkeling van de mens zijn er 3 verschillende gebieden te  onderscheiden:

1. Fysieke en motorische ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Psychosociale ontwikkeling

Het ene ontwikkelingsgebied is van invloed op het ander. 
Bijv: als je klein bent, (fysieke ontwikkeling) kan dit invloed hebt op jouw zelfbeeld (psychosociale ontwikkeling)

Slide 18 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie
Fysieke en motorische ontwikkeling = ontwikkeling van de lichamelijke groei en motoriek.

- Grootste ontwikkeling van 0 tot 4 jaar
- Aanleg en omgeving hebben invloed op ontwikkeling, waarom?
-
Onderscheid tussen grove en fijne motorische ontwikkeling

Grove motoriek: bewegen, lichaamscoördinatie en balans.
Fijne motoriek: blokjes stapelen, tekenen/ schrijven, eten met mes/vork etc. 

Slide 19 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie
Cognitieve ontwikkeling = de ontwikkeling van het denken. 

Omvat het volgende:
- Denken
- Intelligentie
- Waarnemen van de omgeving
- Fantasie 

Jean Piaget is de grondlegger van de ontwikkelingspsychologie.
Vanuit zijn denkwijze zijn er 4 stadia van ontwikkeling ontstaan: 
1. Sensori-motorische fase (0-2 jaar): Zintuigen staan centraal bij de ontwikkeling. 
2. Pre-operationele fase (2-7 jaar): Kind denkt voornamelijk egocentrisch en kan nog niet in structuren en verbanden denken. 
3. Concreet- operationele fase (7-11 jaar): Kind gaat systematisch en logisch denken.
4. Formeel- operationele stadum (>12 jaar): Kind kan abstract denken en een standpunt innemen. 

Slide 20 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie
Psychosociale ontwikkeling = de manier waarop het kind omgaat met andere mensen én hoe het kind naar zichzelf kijkt. 



- Bij de ontwikkeling van sociaal gedrag is imitatie belangrijk.
- Spel stimuleert de ontwikkeling. 


Slide 21 - Tekstslide

PPO - Ontwikkelingspsychologie
- Erik Erikson = Amerikaans psycholoog. 

- Belangrijk binnen de ontwikkelingspsychologie

- Iedere fase staat er een 'conflict' centraal

Doel is overwinnen waardoor het kind verder komt in zijn/ haar ontwikkeling. 

Onopgelost conflict kan een belemmering worden in een andere levensfase. 

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk 

1. Digitale leeromgeving 
Communicatie en ondersteunen
Module 3, opdrachten 1 t/m 5 van niveau 4.
  

Deadline: 
- 18 september 


Slide 23 - Tekstslide