Ontwikkelingspsychologie periode 1 lesweek 2

Ontwikkelingspsychologie
Lesweek 3
Docent: Joyce Assink

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
psychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie
Lesweek 3
Docent: Joyce Assink

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie 
Bestaat uit 2 woorden: ontwikkeling en psychologie.

Ontwikkeling
=  Verschillende fases die een mens doorloopt, van baby tot oudere. 
Psychologie =  De wetenschap die het menselijke gedrag bestudeert.
Waarom iemand iets doet, waarom iemand zich op een bepaalde manier 
gedraagt. 
'waarom raakt de een wel verslaafd en de ander niet?' 
'waarvan raken mensen overspannen' 

Wat betekent dan het woord ontwikkelingspsychologie ? 


Slide 2 - Tekstslide

Ontstaan van ontwikkelingspsychologie
In de 20ste eeuw (vanaf 1901). Aanvankelijk vooral gericht op kinderen
Belangrijke grondleggers zijn Piaget en Erikson



  

Jean Piaget                                                                        Erik Erikson
  (1896 – 1980)                                                                   (1902 – 1994)
Kind is er aan toe een vaardigheid      -                         Beschreef de verschillende stadia in de
op een bepaalde leeftijd te leren                                             psychosociale ontwikkeling. - conflicten









Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Maar....hoe leren we dan eigenlijk?
Door middel van ontwikkeling: een verandering.
Die verandering kan een vooruitgang zijn, maar ook een achteruitgang, waarom?  

Wanneer dit een vooruitgang is zijn daar 
altijd 3 processen voor verantwoordelijk:
 1. Groeiprocessen
 2. Leerprocessen
 3. Rijpingsprocessen

Deze processen hangen samen. De groei en leerprocessen kun je van buitenaf beïnvloeden, maar het rijpingsproces niet, waarom niet? 

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen
Ontwikkelingsfasen zijn de periodes die in het leven van de mens onderscheiden kunnen worden. Bij elke periode horen specifieke kenmerkende gedragingen.

 Prenatale fase, 
 Zuigeling, 
 Peuter, 
 Kleuter, 
 Schoolkind, 
 Puber, 
 Adolescent, 
 Volwassene, 
Oudere mens, 

Slide 6 - Tekstslide

Prenatale fase
Zuigeling
Peuter
Kleuter

Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Ouder wordende mens
40 wk
0-18 mnd
18 mnd 4 jaar
4 tot 6 jaar
6 tot 12
12 tot 17
17 tot 25
25 tot 67
67 jaar en ouder

Slide 7 - Sleepvraag

Ontwikkelingstaken
Ontwikkelingstaken zijn stappen die ieder kind in zijn leven moet nemen om een stap verder te komen in zijn/ haar ontwikkeling.


Taak opvoeder:
- Passende taken/ activiteiten aanbieden
- Uitdaging bieden - iets wat het kind nog net niet aankan

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
In de ontwikkeling van de mens zijn er 3 verschillende gebieden te  onderscheiden:
1. Fysieke en motorische ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Psychosociale ontwikkeling
Het ene ontwikkelingsgebied is van invloed op het ander. Bijv: als je klein bent, (fysieke ontwikkeling) kan dit invloed hebt op jouw zelfbeeld (psychosociale ontwikkeling)

Slide 9 - Tekstslide

1. Fysieke en motorische ontwikkeling
Fysieke en motorische ontwikkeling = ontwikkeling van de lichamelijke groei en motoriek.

Grootste ontwikkeling van 0 tot 4 jaar- Aanleg en omgeving hebben invloed op ontwikkeling, waarom?
  • Onderscheid tussen grove en fijne motorische ontwikkeling
  • Grove motoriek: bewegen, lichaamscoördinatie en balans
  • Fijne motoriek: blokjes stapelen, tekenen/ schrijven, eten met mes/vork etc. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Cognitieve ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling = de ontwikkeling van het denken. 
Omvat het volgende: Denken, Intelligentie, Waarnemen van de omgeving en Fantasie 

Jean Piaget is de grondlegger van de ontwikkelingspsychologie.
Vanuit zijn denkwijze zijn er 4 stadia van ontwikkeling ontstaan:
1. Sensori-motorische fase (0-2 jaar): Zintuigen staan centraal bij de ontwikkeling. 
2. Pre-operationele fase (2-6 jaar): Kind denkt voornamelijk egocentrisch en kan nog niet in structuren en verbanden denken.
3. Concreet- operationele fase (6-11 jaar): Kind gaat systematisch en logisch denken.
4. Formeel- operationele stadum (>12 jaar): Kind kan abstract denken en een standpunt innemen. 

Denken en intelligentie
Creativiteit
Waarnemen van de omgeving
Fantasie
Kinderpsycholoog PIAGET (1896-1980) Kinderen onderzoeken de wereld actief.
En doorlopen verschillende fases in cognitieve ontwikkeling. 



Slide 11 - Tekstslide

3. Psychosociale ontwikkeling
Psychosociale ontwikkeling = de manier waarop het kind omgaat met andere mensen én hoe het kind naar zichzelf kijkt.  
Bij de ontwikkeling van sociaal gedrag is imitatie belangrijk. Spel stimuleert de ontwikkeling. 
Hoe ga je om met andere mensen?
Sociale interactie.
Door spelen leren kinderen met elkaar omgaan.
Bij doen-alsof ook eigen werkelijkheid checken.
Emotionele ontwikkeling.
Jonge kinderen: maakt weinig uit wie je vrienden zijn

Slide 12 - Tekstslide

Hoe komt het dan dat ieder mens zich anders ontwikkeld??

Slide 13 - Open vraag

Ieder mens ontwikkelt zich verschillend door:
  1. Interne factoren
Aangeboren geschiktheid als uiterlijk en talenten

  1.  Externe factoren
 Gedrag van buiten af (milieu). Denk aan directe omgeving,
 sociaal - economische - culturele factoren en ingrijpende levensgebeurtenissen. 

  1.  Zelfbepaling
 Autonomie: Vermogen om eigen richting aan je leven te geven



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Maar... wat als de ontwikkeling anders verloopt en verstoord is door verschillende factoren?..... 

Let op: de volgende beelden kunnen als schokkend worden ervaren. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Als deze kinderen onder andere omstandigheden (externe factoren) waren opgegroeid hadden zij zich anders kunnen ontwikkelen....?

Rechts in de klas: eens
Links in de klas: oneens, ik denk dat het door wat anders komt…

Denk goed na waarom je voor eens of oneens kiest

Slide 18 - Tekstslide

Als deze kinderen onder andere omstandigheden (externe factoren) waren opgegroeid hadden zij zich anders kunnen ontwikkelen
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 19 - Quizvraag

Check; wat waren deze begrippen ook alweer?
Groeiproces
Leerproces
Rijpingsproces
Biologische leeftijd
Draagkracht en draaglast

Slide 20 - Tekstslide

Pak je studiewijzer erbij
Ga opzoek naar de opdrachten voor deze week 
&
Stuur een peuter foto van jezelf naar de docent via de chat!
Dit gaan we gebruiken tijdens de les.
Een foto waarin je ongeveer 2 of 3 jaar was. 


Slide 21 - Tekstslide

De 7 voorwaarden om tot ontwikkeling te komen
1. Een kind moet zich veilig en vertrouwd voelen bij de opvoeder
2. Er moet zowel verbaal als non- verbaal contact zijn tussen opvoeder en kind
3. Er moet een stimulerende omgeving zijn
4. Een kind moet de gelegenheid krijgen om zelf te onderzoeken
5. Een kind moet de mogelijkheid hebben om te spelen
6. Een kind moet voldoende bewegingsvrijheid krijgen
7. Een kind moet veiligheid en grenzen geboden worden

Slide 22 - Tekstslide

Specialisaties
Belangrijke specialisatie binnen de ontwikkelingspsychologie:
Gerontopsychologie ?!?



Slide 23 - Tekstslide

Wat is gerontologie?
A
Gerontologie is de tak van wetenschap die het "ouder worden" bestudeert, zowel in lichamelijk, maatschappelijk als in geestelijk opzicht.
B
Gerontologie is de wetenschap die bestudeert hoe je leert lopen van baby tot oudere
C
Gerontologie is een arts die de hersenen onderzoekt
D
Gerontologie heeft alles te maken met dieren

Slide 24 - Quizvraag