Zelfzorg Allergische rinitis

Allergische rinitis
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
zelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Allergische rinitis

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Kennismaken 
  • Aanwezigheid
  • Wat is allergische rinitis ?
  • Leerdoelen
  • Theorie
  • Rollenspel
  • Einde les  🥳

Slide 2 - Tekstslide

Wat is allergische rinitis ?
A
Neusverkoudheid
B
Hoestklachten en snotneus
C
Ontsteking van het neusslijmvlies
D
Tranende ogen

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. De verschijnselen kunnen benoemen van seizoensgebonden vorm en niet-seizoensgebonden vorm. 
  2. WHAM-vragen stellen tijdens het rollenspel.
  3. Leefadviezen kunnen benoemen bij het adviseren. 
  4. Een medicamenteus advies kunnen geven. 

Slide 4 - Tekstslide

Allergische Rinitis
  • Is een ontsteking van het neusslijmvlies door een allergische reactie.
  • Ongeveer 1 op de 10 mensen hebben hier last van.
  • Het slijmvlies van de neus staat in verbinding met het slijmvlies van de ogen en de neusbijholten.
  • Er zijn twee typen: seizoensgebonden vorm & niet- 
    seizoensgebonden vorm

Slide 5 - Tekstslide

Seizoensgebonden vorm (hooikoorts)
  • Hooikoorts = Pollinosis (allergische rinitis als gevolg van een pollenallergie).
  • Stuifmeelkorrels = Pollen
  • De symptomen worden bepaald door seizoensgebonden factoren.
  • Verschijnselen: jeuk aan de neus, niezen, loopneus, jeukende ogen, jeuk aan het gehemelte en jeuk aan de oren.
  • https://www.pollennieuws.nl/

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan de oorzaak zijn van seizoensgebonden allergische rinitis ?
Meerdere keuzemogelijkheden.
A
Schimmels
B
Paardenbloem
C
Brandnetel
D
Berken

Slide 7 - Quizvraag

Niet-seizoensgebonden vorm

  • Deze kan het hele jaar aanhouden.
  • Allergieën voor uitwerpselen van de huisstof, haren of huidschilfers van dieren of door schimmels.
  • De verschijnselen zijn meestal loopneus en niezen. 
  • Verschijnselen aan ogen of keel komen zelden voor. 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer verwijs je naar de huisarts ?
  • Als de patiënt het vrij ernstig ervaart en met antihistaminica niet voldoende verbetering optreedt.
  • Bij benauwdheid en kortademigheid.
  • Als het oogslijmvlies is ontstoken.
  • Bij aanhoudende oorpijn of hoofdpijn.
  • Bij vermoeden van hyperreactieve rinitis.
  • Kinderen die voor de eerste maal klachten hebben die wijzen op een allergische rinitis.
  • Als de symptomen aan één kant van het hoofd voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Adviezen 
  • Vermijden van prikkels (allergenen).
  • Maatregelen die genomen kunnen worden zijn afhankelijk van de soort allergie.
  • Specifieke maatregelen bij verschillende soorten allergische rinitis staat in de reader blz. 57

Slide 10 - Tekstslide

Bij hooikoorts

Slide 11 - Woordweb

Bij huisstofmijtallergie

Slide 12 - Woordweb

Vrij verkrijgbare middelen
  • Eerste keuzemiddelen: Cetirizine en Loratadine.
  • Merknamen van Cetirizine: Prevalin allerstop, Zyrtec, Reactine, Allergietablet Cetirizine. 
  • Merknamen van Loratadine: Claritine en Allerfree. 
  • Bij borstvoeding is Loratadine het voorkeursmiddel. 

Slide 13 - Tekstslide

Rollenspel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide