H9 Schakelingen MA

9.1 Weerstanden
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9.1 Weerstanden

Slide 1 - Tekstslide

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Hoge weerstand
C
Lage weerstand
D
50 Ohm aan weerstand

Slide 2 - Quizvraag

Weerstand berekenen

Slide 3 - Tekstslide

De formule voor weerstand is:
A
R = U / I
B
Weerstand = R + R
C
R = U x I
D
Weerstand is geen formule voor

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het symbool (de afkorting) van weerstand?
A
R
B
U
C
I
D
A

Slide 5 - Quizvraag

Weerstand waarde van een draad wordt aangegeven in..?
A
Ohm
B
Ohm . m
C
Volt / m
D
Ohm/m

Slide 6 - Quizvraag

Hoe bereken je de weerstand?
A
Volt : Ampère
B
Ampère : Volt
C
Ampère x Volt
D
Volt + Ampère

Slide 7 - Quizvraag

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm

Slide 8 - Quizvraag

Binas tabel 13

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de functie van de kleurcode op een weerstand?
A
Geeft de weerstand soort aan
B
Geeft de weerstand waarde in Volt aan
C
Geeft de weerstand waarde in Ohm aan
D
Geeft de temperatuur waarde van de weerstand aan

Slide 10 - Quizvraag

Maken 9.1
Vanaf bladzijde 14
Opgave 1 t/m 7 en 9 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe groot is de waarde van de weerstand in Ohm?
A
26200000 Ω
B
62600000 Ω
C
262000 Ω
D
626000 Ω

Slide 12 - Quizvraag

Belangrijke woorden
  • Sensor
  • Schakelaar
  • Actuator
  • LDR    
  • NTC
  • Schuifweerstand

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg Automaat I
  • Om iets automatisch te schakelen
  • Bestaat uit drie onderdelen:
    - sensor
    - schakelaar
    - actuator
  • Op de volgende pagina meer hierover 

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg Automaat II
  • De sensor reageert op de omgeving (input)
       Voor nu: Licht en Temperatuur
  • De schakelaar bepaalt wat met het signaal van de sensor       moet gebeuren: aan of uit
  • De actuator geeft een signaal (output)

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg LDR
  • Light Dependent Resistor 
  • Reageert op licht
  • Onthoudt: Veel licht = veel stroom (weerstand = ...)
  • Wordt gebruikt als lichtsensor!

_ Donker, weerstand groot, lamp aan
_ Licht, weerstand klein, lamp uit 

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg NTC
  • Negatieve Temperatuurs Coëfficiënt   
  • Reageert op temperatuur
  • Onthoudt: Hoge Temp. = hoge stroom (weerstand = ...)
  • Wordt gebruikt als temperatuur-sensor

_ Koud, weerstand groot, kleinere stroom
_ Warm, weerstand klein, grotere stroom

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Maken 9.2
Vanaf bladzijde 26
Opgave 1 t/m 6 en 10 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 31 - Quizvraag

Een relais is altijd aangesloten op minstens twee stroomkringen
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Hoe heet een schakelaar die werkt met een permanente magneet?
A
Relais
B
Reedcontact
C
Transistor
D
Dynamo

Slide 33 - Quizvraag

Maken 9.3
Vanaf bladzijde 37
Opgave 1 t/m 7 en 9 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Een transistor is een elektrische schakelaar. Welke 3 aansluitpunten heeft de transistor?
A
Aansluitingspunt, maakpunt en breekpunt
B
Collectant, base en uitschakeling
C
Basis, emitter, collector
D
Invoegpunt, Bewerkingspunt en uitwerkpunt

Slide 41 - Quizvraag

In een schakeling is een transistor opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?
A
door de basis
B
door de collector
C
door de emitter

Slide 42 - Quizvraag

Wat is géén stroomrichting in een transistor
A
basis --> collector
B
basis --> emitter
C
collector --> emitter

Slide 43 - Quizvraag

Condensator
Tijdelijke opslag voor energie.
Je laad de condensator op en hij loopt snel weer leeg als de spanning eraf is. 
Laat sneller op dan een oplaadbare batterij, maar is ook veel sneller leeg. 

Slide 44 - Tekstslide

Maken 9.4
Vanaf bladzijde 49
Opgave 1 t/m 10

Slide 45 - Tekstslide