Klas 4 hfd elektrische stroom

Klas 4 
KB hfd 9
BB hfd 6
Elektrische stroom
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 4 
KB hfd 9
BB hfd 6
Elektrische stroom

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Theorie 9.1 en 9.2
Vragen
huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Weten hoe een elektrische schakeling werkt

Slide 3 - Tekstslide

9.1 lading en elektrische stroom
Voorwerpen met een verschillende lading trekken elkaar aan
hebben ze dezelfde lading dan stoten ze elkaar af
In een geladen voorwerp zit er verschil in het aantal protonen en elektronen.
Bij een positief geladen voorwerp zijn er elektronen tekort
Bij een negatief geladen voorwerp zijn er elektronen te veel
Een elektrische stroom is bewegende lading

Slide 4 - Tekstslide

Aan welke voorwaarden moet er voldaan worden om elektriciteit te laten werken

Slide 5 - Open vraag

9.2 elektrische schakelingen
In een elektrische schakeling wordt elektrische energie omgezet in een andere vorm van energie.
Alle onderdelen die je nodig hebt om een stroomkring te maken noem je een schakeling
In een schakeling zit een spanningsbron en een actuator (apparaat, lampje)
Elk onderdeel heeft zijn eigen symbool

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn twee verschillende soorten schakelingen. 
Serieschakeling en een parallelschakeling
In een schakeling kan je verschillende weerstanden plaatsen.
Een weerstand heeft als doel om de elektrische stroom wat afteremmen. 
Draadgewonden weerstand         LDR en NTC
Koolweerstand                                    regelbare weerstand

Slide 7 - Tekstslide

Een ander onderdeel zijn schakelaars.
Een schakelaar heeft als doel om de stroomkring te openen en te sluiten
drukschakelaar                                    transistor
aan/uit-schakelaar                             Condensator
reedcontact                                           diode
relais

Slide 8 - Tekstslide

Reedcontact

Slide 9 - Tekstslide

Reedcontact
- Magnetische schakelaar
- Schakelaar sluit als er een magneet in de buurt van het reedcontact is
- Toepassingen: alarmsysteem, kilometerteller van een fiets

Slide 10 - Tekstslide

Relais

Slide 11 - Tekstslide

Relais

Slide 12 - Tekstslide

schakelsymbool relais

Slide 13 - Tekstslide

Transistor

Slide 14 - Tekstslide

sensor = reedcontact
transistor = verwerker
zoemer = actuator

Slide 15 - Tekstslide

Transistor

Slide 16 - Tekstslide

Werking transistor
Inbraak alarm

Slide 17 - Tekstslide

Condensator
  • Een oplaadbare spanningsbron.
  • bevat minder elektrische energie dan een oplaadbare spanningsbron.
  • Elke condensator heeft een bepaalde capaciteit, farad.

Slide 18 - Tekstslide

Een condensator
Twee metalen plaatjes met daartussen een isolator
(een materiaal dat geen stroom geleid)

In de condensator kan tijdelijk energie opgeslagen worden

Bijvoorbeeld bij een fototoestel

Slide 19 - Tekstslide

Diode
1

Slide 20 - Tekstslide

LED
een LED (light emitting diode) is een diode die licht geeft

Slide 21 - Tekstslide

De eenheid van elektrische stroom is...
A
volt
B
ampère
C
watt

Slide 22 - Quizvraag

Wat beweegt bij een elektrische stroom?
A
Atomen
B
Protonen
C
Elektronen
D
neutronen

Slide 23 - Quizvraag

Het symbool voor de elektrische stroom is
A
U
B
I
C
A
D
R

Slide 24 - Quizvraag

De elektrische stroom loopt van
A
plus naar min
B
min naar plus

Slide 25 - Quizvraag

om een elektrische stroom te laten lopen moet altijd:
A
De stroomkring gesloten zijn
B
een spanningsbron aanwezig zijn
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quizvraag

Elektrische stroom is:
A
Hoeveel spanning er door de draad gaat
B
Hoeveel elektronen er door de draad gaan
C
Hoeveel spanning er op de draad staat
D
Hoeveel elektronen er op de draad staat

Slide 27 - Quizvraag

Een transistor is een elektrische schakelaar. Welke 3 aansluitpunten heeft de transistor?
A
Aansluitingspunt, maakpunt en breekpunt
B
Collectant, base en uitschakeling
C
Basis, emitter, collector
D
Invoegpunt, Bewerkingspunt en uitwerkpunt

Slide 28 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de weerstand
van koperen stroomdraden
in een elektrische schakeling?
A
ze hebben geen weerstand
B
de weerstand is zeer klein (verwaarloosbaar)
C
de weerstand is goed te merken
D
de weerstand is zeer groot

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar

Slide 30 - Quizvraag


Welke soort schakeling
is de elektrische schakeling van een huis?
A
serieschakeling
B
parallel schakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 31 - Quizvraag

Een reedcontact is een elektro-magnetische schakelaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Wat doet een reedcontact als je er een magneet bij houdt?
A
Licht geven.
B
De magneet aantrekken.
C
Zorgen voor een gesloten stroomking.
D
Geluid geven.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een diode?
A
Een soort lampje
B
Een weerstand
C
een elektronisch onderdeel dat de stroom maar één richting doorlaat
D
Een stroombron

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de functie van een diode?
A
laat stroom in een richting door
B
laat stroom niet door
C
laat stroom door in twee richtingen door
D
laat stroom in drie richtingen door

Slide 35 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je een condensator in een schakeling?
A
Een condensator gebruik je nooit
B
Om de stroom door te laten lopen nadat je uitschakelt
C
om de lamp op je fiets aan te laten gaan
D
als schakelaar in een schakeling

Slide 36 - Quizvraag

Een condensator geeft een constante spanning
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Waar kan je een condensator
het best mee vergelijken?
A
Lamp
B
Transistor
C
Dynamo
D
Batterij

Slide 38 - Quizvraag

Huiswerk
KB lezen 9.1 en 9.2 maken de vragen 1 t/m 30 theorieboek
BB lezen 6.1 maken de vragen 1 t/m 23

Slide 39 - Tekstslide