Nederlands + Rekenen 30-3

Nederlands toets hoofdstuk 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands toets hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdpersonen
- Belangrijkste persoon in het verhaal.

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoel
Informeren

Nauwkeurig lezen doe je zo:
Aandachtig lezen
Wat staat er echt?

Slide 3 - Tekstslide

5W 1H vragen
Verwijswoorden 

Enkelvoud
hij, hem, zij/ze, haar, het.


Meervoud:
ze



Slide 4 - Tekstslide

Warm
Geven
Boven
Groot
Enkelvoud
Rijk
Koud
Nemen
Onder
Klein
Meervoud
Arm

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp (o)

hij repareert zijn fiets.

wie of wat + werkwoordelijke gezegde (wg)?
Lijdend Voorwerp (Lv)

hij repareert zijn fiets.

Wie of wat + wg + o?

Slide 6 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
ik vind ->
Hun bijten ->

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
De bal ->
Het glas ->
Het gevaar ->

Slide 8 - Tekstslide

Succe met de toets
Hele werkwoord
lopen
fluiten
snijden
Ik-vorm t.t.
ik loop
ik fluit
ik snijd
verleden tijd enkelvoud
hij liep
zij floot
hij sneed
verleden tijd meervoud
wij liepen
zij floten
ze sneden
Klaar met de toets? Rekenen bladzijde 296 - 304.

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen samen nakijken

Slide 10 - Tekstslide