Les 10/02 voorzetselvoorwerp

1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verschil met LV* en MV*?
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Verschil 
LV                                     MV
-zonder voorzetsel
-kan niet bij een NWG 
-enkel voor, aan of bij  
-voorzetsel moet niet
-kan niet bij een NWG
-kan niet zonder LV 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ik reken OP JULLIE

wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
NWG/WWG

Slide 8 - Quizvraag

Ik ben aan het wachten voor mijn bus VOOR UREN
wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
Niet A,B of C

Slide 9 - Quizvraag

Ik zoek VOOR EEN NIEUWE LAPTOP en nieuwe oortjes
wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
Niet A,B of C

Slide 10 - Quizvraag

Ik zoek VOOR EEN NIEUWE LAPTOP EN NIEUWE OORTJES
wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
Niet A,B of C

Slide 11 - Quizvraag

Hij is GETROUWD met ZIJN grote liefde.
wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
Niet A,B of C

Slide 12 - Quizvraag

Hij IS GETROUWD met zijn grote liefde.
wat is dit?
A
VZV
B
O
C
NWG/WWG
D
Niet A,B of C

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide