Rekenen D2 Paragraaf 2.5 en 2.6

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 2 Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Paragraaf 2.5 en 2.6


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P2.1 + 2.2
P2.3 + 2.4
P2.5 + 2.6
P2.7 + 2.8
P2.9 + GO
TOETS
P3.1 + 3.2
P3.3 + 3.4
P3.5 + GO
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten en introductie
Opstarten van de les en korte introductie
Kennis activeren
Uitleg par. 2.5 Plattegronden
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.5
Kennis activeren
Uitleg par. 2.6 Schaal en schaallijn
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.6
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Korte introductie les 3

Paragraaf 2.5 Plattegronden


Leerdoelen

  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Paragraaf 2.6 Inhoud


Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe reken je in de praktijk?
Dana werkt als sociaal werker in hetzelfde buurthuis als Nordin. Ze mogen in opdracht van de gemeente Vlaardingen een ontwerp maken voor de herinrichting van het veld naast het buurthuis. Het veld heeft een afmeting van 30 bij 20 meter. Dana en Nordin besluiten samen met de jongeren om er een sportveld van te maken. Op de plattegrond heeft het sportveld een afmeting van 3,5 bij 5 centimeter. De schaal is 1:5. 

a. Bereken wat de werkelijke afmeting van het sportveld in meters wordt.
b. Leg in eigen woorden uit of het sportveld kan worden aangelegd op het veld
    naast het buurthuis.


timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





a. Bereken de werkelijke afmeting van het sportveld.
A
7 x 10 meter
B
10,5 x 15 meter
C
14 x 20 meter
D
17,5 x 25 meter

Slide 6 - Quizvraag

1 cm is in werkelijkheid 5 meter.

3,5 x 5 = 17,5 meter
5 x 5 = 25 meter, dus 
17,5 x 25 meter







b. Leg in eigen woorden uit of het sportveld kan worden aangelegd naast het buurthuis.

Slide 7 - Open vraag

Het sportveld kan worden aangelegd op het veld naast het buurthuis, want het wordt 17,5 x 25 meter en het veld naast
het buurthuis is 20 x 30 meter. 

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van de korte route van par. 2.5 en 2.6.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
  • Meld je op tijd voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Pauze

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 Plattegronden

Leerdoelen


  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Het Vijverpark ligt in vak C3.
B. Het Vijverpark ligt in vak D3.

Slide 11 - Tekstslide

Het Vijverpark ligt in vak D3.
Nordin: De Veerweg loopt van het noordoosten naar het zuidwesten.
Dana: De Veerweg loopt van het noordoosten naar het noordwesten.

Slide 12 - Tekstslide

Nordin heeft gelijk. 

Je rijdt in vak B de Burgemeester Keijzerweg op. Ga je vervolgens
linksaf of rechtsaf als je naar het Vondelpark wil?

Slide 13 - Tekstslide

Je gaat dan rechtsaf.
Je rijdt in vak D de Veerweg op en je wil naar de Zonnebloemstraat. Sla je dan na het kruispunt rechtsaf en na drie straten linksaf? Of andersom?

Slide 14 - Tekstslide

Je gaat eerst linksaf en na drie straten ga je rechtsaf.

Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van de basisroute van par. 2.5.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
 

timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.6

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met een schaal en schaallijn op een kaart.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de schaal in cm van schaallijn A? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 17 - Tekstslide

7000 m : 2 = 3500 m x 1000 = 350.000 cm.

De schaal is dus 1 : 350.000.
Wat is de schaal in cm van schaallijn B? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 18 - Tekstslide

15 m : 3 = 5 m x 100 = 500 cm

De schaal is dus 1 : 500.
Wat is de schaal in cm van schaallijn C? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 19 - Tekstslide

1000 km : 10 = 100 km 
100 km x 100.000 = 10.000.000 cm

De schaal is dus 1 : 10.000.000

Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van de basisroute van par. 2.6.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
 

timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 en 2.6 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





8a. Hoeveel m2 is de oppervlakte van de poster?
A
0,5145 m2
B
5,145 m2
C
51,45 m2
D
514,5 m2

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





8b. Hoe vaak past deze foto op de vergroting?
A
7 keer
B
21 keer
C
35 keer
D
49 keer

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8a

Bereken de lengte en breedte van de vergroting in cm
De lengte is 7 x 15 = 105 cm
De breedte is 7 x 7 = 49 cm

Bereken dan de oppervlakte van de vergroting in cm2
105 cm x 49 cm = 5145 cm2

Bereken dan de oppervlakte van de vergroting in m2
5145 : 100 : 100 = 0,5145 m2
Wat weet je al?
Je weet wat de lengte en de breedte van de foto is in cm.
De lengte is 15 cm en de breedte is 7 cm.

Je weet de schaal.
De schaal is 1 staat tot 7, want de maten worden 7 keer zo groot.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8b

Bereken de oppervlakte van de foto in cm
De oppervlakte is 15 cm x 7 cm = 105 cm2

Bereken hoe vaak de foto in de vergroting past
5145 : 105 = 49 keer


Wat weet je al?
Je weet de lengte en de breedte van de foto in cm.
De lengte is 15 cm en de breedte is 7 centimeter.

Je weet de oppervlakte van de vergroting in cm.
De oppervlakte van de vergroting is 5145 cm2.
aantal
          1
          ?
oppervlakte in cm2
        105
       5145

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen paragraaf 2.5
  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.

Leerdoelen paragraaf 2.6
  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.









Volgende week

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies