Rekenen D2 Paragraaf 2.5 en 2.6

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 2 Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Paragraaf 2.5 en 2.6


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P2.1 + 2.2
P2.3 + 2.4
P2.5 + 2.6
P2.7 + 2.8
P2.9 + GO
TOETS
P3.1 + 3.2
P3.3 + 3.4
P3.5 + GO
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten en introductie
Opstarten van de les en korte introductie
Kennis activeren
Uitleg par. 2.5 Plattegronden
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.5
Kennis activeren
Uitleg par. 2.6 Schaal en schaallijn
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.6
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Korte introductie les 3

Paragraaf 2.5 Plattegronden


Leerdoelen

  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Paragraaf 2.6 Schaal en schaallijn


Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe reken je in de praktijk?
Dana werkt als sociaal werker in hetzelfde buurthuis als Nordin. Ze mogen in opdracht van de gemeente Vlaardingen een ontwerp maken voor de herinrichting van het veld naast het buurthuis. Het veld heeft een afmeting van 30 bij 20 meter. Dana en Nordin besluiten samen met de jongeren om er een sportveld van te maken. Op de plattegrond heeft het sportveld een afmeting van 3,5 bij 5 centimeter. De schaal is 1 : 500. 

a. Bereken wat de werkelijke afmeting van het sportveld in meters wordt.
b. Leg in eigen woorden uit of het sportveld kan worden aangelegd op het veld
    naast het buurthuis.


timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





a. Bereken de werkelijke afmeting van het sportveld.
A
7 x 10 meter
B
10,5 x 15 meter
C
14 x 20 meter
D
17,5 x 25 meter

Slide 6 - Quizvraag

1 cm is in werkelijkheid 500 cm.

3,5 x 500 = 1750 cm = 17,5 m
5 x 500 = 2500 cm = 25 m







b. Leg in eigen woorden uit of het sportveld kan worden aangelegd naast het buurthuis.

Slide 7 - Open vraag

Het sportveld kan worden aangelegd op het veld naast het buurthuis, want het wordt 17,5 x 25 meter en het veld naast het buurthuis is 20 x 30 meter. 

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van de korte route van par. 2.5 en 2.6.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
  • Meld je op tijd voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 Plattegronden

Leerdoelen


  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Het Vijverpark ligt in vak C3.
B. Het Vijverpark ligt in vak D3.

Slide 10 - Tekstslide

B. Het Vijverpark ligt in vak D3.
Gelijk of ongelijk?
Nordin: De Burgemeester Keijzerweg loopt van het noordwesten naar het oosten.

Slide 11 - Tekstslide

Nordin heeft gelijk. 

Je rijdt in vak B de Burgemeester Keijzerweg op. Je moet naar het Vondelpark.
Ga je dan bij de tweede afslag linksaf of rechtsaf de Veerweg op?

Slide 12 - Tekstslide

Je gaat dan rechtsaf de Veerweg op.
Je rijdt in vak D de Veerweg op. Je wil naar de Zonnebloemstraat. Sla je dan na het kruispunt rechtsaf en ga je bij de derde straat linksaf? Of andersom?

Slide 13 - Tekstslide

Nee, je gaat eerst linksaf en bij de derde straat ga je rechtsaf.

Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de drie opdrachten van de basisroute van par. 2.5.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
 

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.6

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met een schaal en schaallijn op een kaart.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op deze plattegrond is de lengte van de Graaf Florisstraat 3,4 centimeter.
Bereken de werkelijke lengte van de straat in meters.
schaal 1 : 8000

Slide 16 - Tekstslide

3,4 x 8000 = 27 200 centimeter
72000 : 100 = 272 meter
Dana loopt vanaf de rode stip naar de dichtstbijzijnde bushalte. Beschrijf de route die ze loopt. Maak daarbij gebruik van links en rechts en werkelijke afstanden.
schaal 1 : 8000

Slide 17 - Tekstslide

De Graaf Florisstraat is 272 meter lang.
De rode stip ligt ongeveer op de helft.

1. Dana loopt 135 meter naar links.
2. Dana loopt ze 400 meter naar rechts.
3. Aan het eind van de straat gaat ze
    linksaf
4. De bushalte is direct om de hoek.
Dana loopt vanaf de rode stip naar de dichtstbijzijnde bushalte. Beschrijf de route die ze loopt. Maak daarbij gebruik van windrichtingen en werkelijke afstanden.
schaal 1 : 8000

Slide 18 - Tekstslide

De Graaf Florisstraat is 272 meter lang.
De rode stip ligt ongeveer op de helft.

1. Dana loopt 135 meter naar het westen.
2. Dan loopt ze 400 meter naar het
    noorden.
3. Aan het eind van de straat gaat ze
    naar het westen
4. De bushalte is direct om de hoek.
De bus vertrekt om 11:05 uur. Het is nu 11:00 uur. Dana moet in totaal ongeveer 500 meter lopen naar de bushalte. Bereken of ze de bus nog kan halen.
schaal 1 : 8000

Slide 19 - Tekstslide

Het gemiddelde wandeltempo is 5 km/h. 

500 meter = 0,5 kilometer
60 : 5 x 0,5 = 6 minuten

Dana kan de bus dus net niet meer halen.


Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de twee opdrachten van de basisroute van par. 2.6.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
 

timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 en 2.6 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
Dana is op vakantie geweest. Ze besluit een vergroting
te laten maken van deze foto. De maten van de foto
worden tien keer zo groot.

a. Bereken de oppervlakte van de vergroting in meters.

b. Bereken hoe vaak de foto in de vergroting past.  
timer
10:00
5,5 cm
6 cm

Slide 22 - Tekstslide

Sa-ad

Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8a

Bereken de oppervlakte van de foto in cm2
6 x 5,5 = 33 cm2

Bereken de oppervlakte van de vergroting in cm2
33 x 10 = 330 cm2
 
Bereken dan de oppervlakte van de vergroting in m2
330 : 100 : 100 = 0,033 m2
Wat weet je al?
Je weet wat de lengte en de breedte van de foto is in cm.
De lengte is 6 cm en de breedte is 5,5 cm.

Je weet de schaal.
De schaal is 1 staat tot 10, want de maten worden 10 keer zo groot.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8b

Bereken de oppervlakte van de foto in m2
33 cm2 : 100 : 100 = 0,0033 m2

Bereken hoe vaak de foto in de vergroting past
0,033 : 0,0033 = 100 keer


Wat weet je al?
Je weet de oppervlakte van de foto in cm.
De oppervlakte is 33 cm2.

Je weet de oppervlakte van de vergroting in m.
De oppervlakte van de vergroting is 0,033 m2.
aantal foto´s
       1
       ?
oppervlakte in m
   0,0033
   0,033

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen paragraaf 2.5
  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.

Leerdoelen paragraaf 2.6
  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.









Volgende week

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies