burgers en stoommachines

Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
1 / 13
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland

Slide 1 - Sleepvraag

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 2 - Quizvraag

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 3 - Quizvraag

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding ->

Welk begrip past het beste
bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
huisnijverheid
C
beleggers
D
dienstensector

Slide 5 - Quizvraag

Vul in:
Het thuiswerken van ambachtslieden noem je
[...............1...............] De industriële [...............2...............]        was een grote verandering waarbij steeds meer mensen in fabrieken gingen werken.
In een fabriek is de [...............3...............] de baas en de [...............4...............] bij hem in dienst.
Als een bedrijf meer computers gaat gebruiken noemen we dat [...............5...............]
Een [...............6...............] is gebouw waarin arbeiders met machines goederen produceren
werkgever
werknemer
automatisering
fabriek
huisnijverheid
revolutie

Slide 6 - Sleepvraag

Grote veranderingen
De periode vanaf 1800 noemen we de moderne tijd
Het leven van Europeanen veranderde vanaf de 19e eeuw heel snel
Veel mensen werkten nu in de industrie. Er was spraken van een industriele revolutie

1800
1900
Reizen te voet, te paard of per zeilschip
Reizen per trein of per stoomschip
Meeste mensen werkten op het land
Veel mensen werken in fabrieken
In de nijverheid werd met de hand gewerkt
Handarbeid werd vervangen door machines
Wat veranderde er in  de 19e eeuw in het leven van mensen?

Slide 7 - Tekstslide

  • Ze zorgden voor veel licht in huizen en stadscentra.
  • te voet, te paard of met een zeilschap.
  • werkten op het land.
  • met de hand.
  • de trein of het stoomschip.
  • werkten in de stad.
  • in fabrieken met stoommachines.
  • Handarbeid werd vervangen door machines.

Slide 8 - Tekstslide

  • Lucifers, blikvoedsel, telefoons
  • B
  • D
  • A
  • C
  • 1 Feit E is oorzaak / gevolg van feit C.
  •  2 Feit A is oorzaak / gevolg van feit B.
  • 3 Feit D is oorzaak / gevolg van feit A. 

Slide 9 - Tekstslide

  • De stoommachine zorgde voor veel veranderingen in de industrie. 
  • Het land voorzag de hele wereld van industrieproducten. 
  • Plastic, kunstmest
  • Burgers leverden de meeste ondernemers en kregen steeds meer invloed op de maatschappij.
  • Voor de industrialisatie kenden bazen en knechten elkaar. Daarna werd de verhouding onpersoonlijk.
  • Concurreren met nieuwe producten, arbeiders hard laten werken, lonen laag houden.
  • Milieuvervuiling 

Slide 10 - Tekstslide

  • producent
  • winkel
  • verkoper
  • industrie
  • kleine afstand
  • grote afstand

Slide 11 - Tekstslide

Onder welke omstandigheden moesten de arbeiders werken in de fabrieken?

Slide 12 - Woordweb

Wat gebeurt er als een arbeider gaat klagen over de werkomstandigheden?

Slide 13 - Open vraag