zenuwstelsel

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingSecundair onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het zenuwstelsel kan men in 2 (delen) stelsels opdelen welke?
A
zenuwen en hersenen
B
centraal zenuwstelsel en de hersenen
C
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
D
perifeer zenuwstelsel en de zenuwen

Slide 2 - Quizvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit 2 delen:





 


- centraal zenuwstelsel
- perifeer zenuwstelsel 

Slide 3 - Tekstslide

Uit welke 2 organen (delen) bestaat het centraal zenuwstelsel

Slide 4 - Open vraag

Zowel de hersenen als het ruggenmerg worden beschermd door een botstructuur. Wat wordt door wat beschermd?
A
hersen = schedel ruggenmerg= wervelkolom
B
hersenen = wervelkolom ruggenmerg= schedel
C
hersen = wervelkolom ruggenmerg = wervelkolom
D
beide worden door niets beschermd.

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor functie hebben de hersenen?

Slide 6 - Woordweb

De hersenen 
Welke 4 functies hebben de hersenen ? 
- regelen  en controle centrum 
- coördineren
- bron van denken 
-  interpreteren en beoordelen van prikkels. 



Slide 7 - Tekstslide

De hersenen bestaan uit 3 onderdelen welke ?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Uit hoeveel hersenkwabben bestaan de grote hersenen?
A
2
B
4
C
40
D
100

Slide 10 - Quizvraag

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben welke?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De rechter hemisfeer stuurt het rechter lichaamsdeel aan.
Juist of fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de functie van de hersenstam?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bescherming van de hersenen 
- schedel 
- hersenvocht 
- hersenvliezen 
-schedeldak 
-hoofdhaar, hoofdhuid, vet- en spierlaag 

Slide 22 - Tekstslide

Wat loopt er door het ruggenmerg?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de functie van het ruggenmerg?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoe werkt het centraal zenuwstelsel

De hersenen vangen prikkels op --> verwerken --> geven een signaal --> hersenstam --> ruggenmerg --> perifeer zenuwstelsel. 

Slide 27 - Tekstslide

Uit wat bestaat het perifere zenuwstelsel?

Slide 28 - Woordweb

Het perifere zenuwstelsel
Wat is de taak? 
- Het is de communicatie tussen het centraal zenuwstelsel en de organen. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Grote variatie in vorm bij de neuronen. Hoe meer vertakkingen men heeft hoe meer informatie men kan doorgeven?
A
fout
B
juist

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe worden prikkels doorgegeven van het centraal zenuwstelsel naar het perifeer zenuwstelsel?

hersen vangen prikkels op --> verwerken --> geven een signaal --> hersenstam --> ruggenmerg --> ruggenmerg zenuwen --> perifere zenuwen --> orgaan. 

Slide 33 - Tekstslide

De zenuwstelsel werkt op 2 manieren, welke 2?

Slide 34 - Woordweb

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Een ander woord voor autonoom zenuwstelsel ?

Slide 38 - Open vraag

Het autonoom zenuwstelsels werkt op onze wil = bewust.
A
juist
B
fout

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Een ander woord voor willekeurig zenuwstelsel?

Slide 41 - Open vraag

Het animaal zenuwstelsel werkt op onze wil ?
A
juist
B
fout

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Ik ga met de fiets naar school.
A
autonoom
B
animaal

Slide 44 - Quizvraag

Wanneer ik verkouden ben begin ik sneller te ademen.
A
onwillekeurig
B
willekeurig

Slide 45 - Quizvraag

Ik poets mijn tanden.
A
onwillekeurig
B
willekeurig

Slide 46 - Quizvraag

Mijn hart slaagt constant, ook als ik slaap.
A
autonoom
B
animaal

Slide 47 - Quizvraag

Wanneer ik zenuwachtig ben begin ik erg te zweten.
A
autonoom
B
animaal

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide