Debat voorbereiden deel 2 + H5 formuleren

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zorg dat je startklaar bent
Nodig deze les: lesboek Nieuw Nederlands, aantekeningenschrift, Chromebook, voorbereiding debat vanmiddag. 
Welkom bij 
Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik oefen met debatteren.
  • Ik jureer een debat. (20 min.)
  • Ik herhaal de theorie over bedrijvende en lijdende vorm. (30 min.)
  • Ik weet wanneer ik de lijdende vorm wel of niet mag gebruiken.
  • We werken aan de laatste voorbereidingen voor het debat vanmiddag. (30 min.)

Slide 3 - Tekstslide

Jury
Duco
Hidde
Mare

Publiek
Lisanne
Niekan
Danny
Maaike
Amber
Stijn








Groep 2
Voorstanders
Julie
Rick
Nikki
Koen
Estella

Tegenstanders
Joris
Eline
Jiri
Anouk
Bram




Slide 4 - Tekstslide

Stelling

  • Met al die oorlogen in de wereld is terugkeer van de dienstplicht een goede zaak (groep 2)

Slide 5 - Tekstslide

Debaters

Bereiden zich voor op het debat: wie begint, eindigt, wie gaat wat zeggen?

Jury
Bereidt zich voor op zijn rol: waar ga je op beoordelen?

Publiek
Kijkt actief naar het debat en leest in de  voorbereiding theorie van H5 kijken en luisteren. 

timer
0:00
5 min.

Slide 6 - Tekstslide

Terugkeer van de dienstplicht is een goede zaak! 
timer
1:00
Debat max. 6 min. 

Slide 7 - Tekstslide

Feedback & uitslag, max. 4 min.  
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijvende of lijdende vorm?
'Door dit museum wordt een stuk maansteen bewaard.'
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende vorm?
'Waarom heeft menig kunstenaar de vrucht uit het paradijs als appel afgebeeld?'
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende vorm?
'De ijsmummie Ötzi werd in 1993 door bergbeklimmers in de Alpen gevonden.'
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 11 - Quizvraag

H5 Formuleren
Lijdende vorm gebruiken alleen gebruiken als.... 
  1.  onbekend of overduidelijk is wie de handeling heeft uitgevoerd:
    Er zijn op school weer vernielingen aangericht.
    De LP die ik op Marktplaats had gekocht, was helemaal grijsgedraaid. 
  2.  als het niet zo belangrijk is wie de handeling uitvoert:
    We moesten lang wachten voordat de hekken werden geopend.
  3. Als je de handeling centraal wilt stellen in plaats van de persoon:
    D
    e uitslag van EBU over Joost Klein zal zaterdagmiddag bekend worden gemaakt. 


Slide 12 - Tekstslide

Lijdende vorm wel gebruiken als ...

4. Om onduidelijkheid te voorkomen wie de handeling heeft uitgevoerd. 
De hooligan die de beveiliger in elkaar geslagen had, werd door de politie afgevoerd.







Slide 13 - Tekstslide


Lijdende vorm NIET gebruiken als ....
Als duidelijk is wie de handeling uitvoert.

Dan altijd de bedrijvende vorm gebruiken. 

Slide 14 - Tekstslide

Hardopdenkend overleggen
  • Werken in drietallen op basis van ingedeelde groepen. 
  • 2 leerlingen zitten in de 'vissenkom' en maken al overleggend opdracht 1 van H5 formuleren.  
  • Derde leerling observeert de discussie en controleert volgens de theorie de gedachtegang van het tweetal.
  • Observator noteert en rapporteert over juistheid van gemaakte opdracht. 
  • 8 minuten om te bespreken, daarna klassikaal nabespreken. 

timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Onderste groepslid is observator

Slide 16 - Tekstslide

Gezamenlijk oefenen, daarna in groepen
  • 2 leerlingen zitten in de 'vissenkom' en maken al overleggend opdracht 1 van H5 formuleren.  
  • Derde leerling observeert de discussie en controleert volgens de theorie de gedachtegang van het tweetal.
  • Onderste groepslid is observator, noteert en rapporteert over juistheid van gemaakte opdracht. 
  • 8 minuten om te bespreken, daarna klassikaal nabespreken van de opdracht. 

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

H5 Formuleren opdracht 1 antw.
  • 1 E Met de lijdende vorm wordt het object van de handeling centraal gesteld.
  • 2 C Het is overduidelijk wie de handeling uitvoert.
  • 3 A Het is onbekend wie de handeling uitvoert.
  • 4 D Met de lijdende vorm wordt de handeling centraal gesteld.
  • 5 B Het is onbelangrijk wie de handeling uitvoert.
  • 6 F Met de lijdende vorm wordt onduidelijkheid vermeden.
  • 7 C Het is overduidelijk wie de handeling uitvoert.
  • 8 B Het is onbelangrijk wie de handeling uitvoert.

Slide 18 - Tekstslide

Tips voorbereiding
  • Zorg voor argumenten die passen bij jullie standpunt: voor- of tegenstanders. 
  • Zorg voor zoveel mogelijk argumenten (minimaal 2 per groepslid). 
  • Zorg ervoor dat je ook nadenkt over tegenargumenten en je een weerlegging ervoor klaar hebt liggen. 
  • Help elkaar door alvast wat argumenten uit te wisselen, zo gun je elkaar om na te denken over een weerlegging. 
  • Denk na en bepaal wie er eventueel als eerste gaat spreken om het debat te introduceren met de stelling.
  • Bepaal wie als laatste een samenvatting en conclusie gaat geven van het hele debat als de tijd bijna om is en jullie groep aan het woord is. 

Slide 19 - Tekstslide

Tips voor debat
  • Zorg ervoor dat je in ieder geval één keer hebt gesproken, liever vaker natuurlijk. 
  • Zorg ervoor dat je ook reageert op de ander en neem zijn verhaal dus mee als introductie van je eigen argument. 
  •  Geef elkaar ook de ruimte om binnen je eigen groep argumenten te vertellen, wees niet alleen zelf aan het woord. 
  • Zorg ervoor dat iedereen alle argumenten paraat heeft (op papier) maar ga ze niet voorlezen. 

Slide 20 - Tekstslide

Debat met GS
  • Met je debatgroep bij elkaar zitten. 
  • Bereid het debat inhoudelijk voor met argumenten en APA bronvermeldingen.
  • Deel het document met beide docenten (KRE en VRW)
  • 15:30 - 17:30 uur Debat voor cijfer, samen met V3J
  • H001 / 003
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide