Profielvak tekenen les 4 , 19e eeuw

Op juiste chronologische volgorde? 
Ik laat dadelijk vershillende afbeeldingen zien die een stroming in de kunst vertegenwoordigen. Ik noem daarbij de stromingen. 
Daarna vraag ik: 
Noemde ik bij elke afbeelding de juiste stroming? 
Stonden de afbeelding in de juist volgorde? 

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunstzinnige oriëntatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Op juiste chronologische volgorde? 
Ik laat dadelijk vershillende afbeeldingen zien die een stroming in de kunst vertegenwoordigen. Ik noem daarbij de stromingen. 
Daarna vraag ik: 
Noemde ik bij elke afbeelding de juiste stroming? 
Stonden de afbeelding in de juist volgorde? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De volgorde van schilderijen
A
klopte wel
B
klopte niet

Slide 9 - Quizvraag

Het benoemen van de stromingen
A
klopte wel
B
klopte niet

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je de opgravingen van Pompeii (1), dat was belangrijk voor de Renaissance (2).
A
beide stellingen onjuist
B
beide stellingen juist
C
alleen stelling 1 juist
D
alleen stelling 2 juist

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hier zie je een collegezaal waarin de anatomie van de mens wordt bestudeerd(1). Dit was speelde zich af tijdens de Renaissance(2).
A
beide stellingen zijn onjuist
B
beide stellingen zijn juist
C
alleen stelling 1 is juist
D
alleen stelling 2 is juist

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Je zag een illustratie van de beeldenstorm uit de Reformatie (1). De Reformatie speelde ten tijde van de Barok(2). De Katholieke kerk gebruikte kunst om mensen te overtuigen van hun kerk(3).
A
alle stellingen zijn juist
B
alle stellingen zijn onjuist
C
alleen stelling 1 en 3 is juist
D
alleen stelling 2 is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer was de renaissance?
A
1200-1400
B
1400-1600
C
1600-1800
D
1800-2000

Slide 17 - Quizvraag

welke woorden passen bij Renaissance?
A
contrast, druk, wetenschap
B
wetenschap, harmonie, vernieuwing
C
vernieuwing, contrast, reformatie
D
a-ssymetrie, zuiver, theatraal

Slide 18 - Quizvraag

De 19e eeuw 
Romantiek 
Realisme 
Impressionisme 
Expressionisme 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welke volgorde klopt?
A
Realisme, Romantiek, Impressionisme, Expressionisme
B
Romantiek, Realisme, Impressionisme, Expressionisme

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: licht, buiten, weergeven wat je ziet, toetsen
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: Revolutie, emotie, oorlog/vrede
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 30 - Quizvraag

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: gevoelens, vervormen van werkelijkheid
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort dit schilderij denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort dit schilderij denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort dit schilderij denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort dit schilderij denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Objectief, waarneming 

de houding is actief 
er zijn veel mensen 
de afbeelding is symmetrisch 
subjectief, interpretatie 

Hij heeft haast
het is gezellig  
iedereen voelt zich kalm 

Slide 41 - Tekstslide

Voorstellingsaspect 
(wat wordt er voorgesteld? Wat wordt er afgebeeld? 

mensen in feestelijke kleding 
een grote ruimte 
muziekinstrumenten 
Beeldaspect / Vormgevingsaspect
Hoe wordt het afgebeeld? Hoe is het geschilderd/vorm gegeven? 

veel contrast in kleuren
lichte achtergrond 
a-symmetrisch 
ruige verfstroken (toetsen)

Slide 42 - Tekstslide

Wat zie je? (voorstelling)

Slide 43 - Woordweb

Wat zie je? (Vormgeving)

Slide 44 - Woordweb

Van welke stroming was de afbeelding denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 45 - Quizvraag