week 37 les 1 Nakijken Gram. H1 (5/6/7), uitleg verschil bvb en bwb

- Nakijken Gram. H1 (5/6)
- Uitleg verschil bwb en bvb
- Huiswerk maken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken Gram. H1 (5/6)
- Uitleg verschil bwb en bvb
- Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling

Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft.
Je weet het verschil tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijwoordelijke bepaling.

Slide 2 - Tekstslide

Havo
Opdracht 5  
Bijvoorbeeld  
1) In de smerige vuilnisbak achter het huis | vond | ik | het uittreksel | terug  
2) Dat handgeschreven uittreksel van het eerste hoofdstuk | was | ik | tijdens de les aardrijkskunde | kwijtgeraakt.  
3) Gelukkig | kan | ik | de lastige repetitie van aardrijkskunde | nu | snel | leren.  
4) Na het leren | heb | ik | nu | tijd voor | de eerste training van dit seizoen.  
  
Opdracht 6  
1) succesvolle bij experimenten  
uit Afrika bij onderzoekers  
andere bij chimpansees  
2) van de onderzoekers bij waarnemingen  
complexe bij opdrachten  
3) indrukwekkend bij geheugen  
4) jarenlange bij gevangenschap  
van de soortgenoten bij gezichten 

Slide 3 - Tekstslide

HV

Slide 4 - Tekstslide

VWO

Slide 5 - Tekstslide

Het verschil tussen de 
bijwoordelijke bepaling (bvb)
en de 
bijvoeglijke bepaling (bwb)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 'hard' en 'hardhouten'?
a. De rechter slaat de hamer hard op zijn bureau.
b. De rechter slaat de hamer op zijn hardhouten bureau.

Slide 7 - Open vraag

Verschil bwb en bvb
Een bijwoordelijke bepaling is een apart zinsdeel (kun je los gebruiken).
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord en hangt dus samen met een aantal andere woorden tot een zinsdeel en is een zinsdeelstuk.
Bwb: In Duitsland hebben archeologen drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.
Bvb:  Archeologen hebben in een klein stadje in Duitsland drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.

Slide 8 - Tekstslide

SOM->leermiddelen->Nederlands-> Op Niveau
Klik rechtsboven op 'hoofd' en  vul groepscode in
73FAD950
BIJSPIJKEREN

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
- Gram. H1: opdracht 8 (vanaf vraag 4) en 9
- Leesboek uitkiezen en vrijdag meebrengen (gedeeltelijke leesles)
-Bijspijkeren Grammatica 1.5 (via SOM, leermiddelen, Nederlands, Op Niveau) 
Groepscode:
73FAD950

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil
tussen een bwb en bvb?

Slide 11 - Woordweb