Jij/je achter de persoonsvorm

Persoonsvorm
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Hij wandelt in het park.
De persoonsvorm in deze zin is:
A
Hij
B
wandelt
C
in
D
het park

Slide 2 - Quizvraag

De jongens repareren de auto.
De persoonsvorm is:
A
Repareren
B
Auto
C
De jongens
D
De

Slide 3 - Quizvraag

Maria fietst naar school.
De persoonsvorm is:
A
Naar
B
School
C
Maria
D
Fietst

Slide 4 - Quizvraag

Ik maak met plezier mijn huiswerk.
De persoonsvorm is:
A
Met plezier
B
Mijn huiswerk
C
Maak
D
Ik

Slide 5 - Quizvraag

Zij eten graag vis met mayonaise.
De persoonsvorm is:
A
Zij
B
Eten
C
Graag vis
D
Met mayonaise

Slide 6 - Quizvraag

De jongens beklimmen een berg.
De persoonsvorm is:
A
Een berg
B
De jongens
C
Berg
D
Beklimmen

Slide 7 - Quizvraag

De meisjes gebruiken vaak shampoo.
De persoonsvorm is:
A
Gebruiken
B
Shampoo
C
De meisjes
D
Vaak

Slide 8 - Quizvraag

De docent geeft heel leuk les.
De persoonsvorm is:
A
Heel
B
Leuk
C
Geeft
D
De docent

Slide 9 - Quizvraag

Floor poetst haar tanden drie keer per dag.
De persoonsvorm is
A
Tanden
B
Drie keer
C
Poetst
D
Floor

Slide 10 - Quizvraag

Piet leest heel veel boeken.
De persoonsvorm is:
A
Piet
B
Leest
C
Heel veel
D
Boeken

Slide 11 - Quizvraag

Jij/Je achter de persoonsvorm

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm zonder -t
Voorbeelden
Vind jij het goed?
Loop jij naar het lokaal?
Betaal jij de boodschappen?

Slide 13 - Tekstslide

Ja of Nee

Slide 14 - Tekstslide

Wilt je weten wat?
Is WILT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Loop jij graag in de winkelstraat?
Is LOOP goed geschreven?
A
JA
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Belt jij hem even op.
Is BELT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Brandt jij je vingers?
Is BRANDT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Vindt jij haar ook leuk?
Is VINDT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Schrijft je een brief?
Is SCHRIJFT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Werk jij in de ochtend?
Is WERK goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Reist jij met de trein?
Is REIST goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Voetbalt jij drie keer in de week?
Is VOETBALT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Repareer jij de auto in de garage?
Is REPAREER goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Top gedaan jongens!

Slide 25 - Tekstslide