Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
TV H5 WW spelling
H 3 - Spelling
Klas 3 vmbo
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H 3 - Spelling
Klas 3 vmbo
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik heb geoefend met werkwoordspelling.
Ik kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen.
Ik kan samenstellingen maken met tussenletters of een -
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog
over werkwoordspelling?
Slide 3 - Woordweb
play.kahoot.it
Slide 4 - Link
Weet je nog hoe je de persoonsvorm kunt vinden in een zin?
Ja
Nee
Slide 5 - Poll
Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.
Slide 6 - Tekstslide
Onderwerp
Een mens, dier of ding.
Je kunt het onderwerp in een zin vinden door te vragen:
Wie of wat + persoonsvorm?
Slide 7 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 8 - Link
Slide 9 - Video
Werkwoordspelling
De regel voor de persoonsvorm is:
Bij jij/je: gebruik je ik-vorm + t.
Dus: ik
lees
, hij
leest
, jij
leest
| ik voetbal, hij voetbalt, jij voetbalt.
Slide 10 - Tekstslide
Je = jij
Als je het woord 'je' kunt vervangen door 'jij' dan is 'je' het onderwerp:
Word
je rijk? -
Hier kan je 'je' vervangen door 'jij'. (Dus: je schrijft ik-vorm)
Wordt
je broer rijk? -
Hier kan je 'je' niet vervangen door 'jij'. (Dus: je schrijft ik-vorm + t)
Slide 11 - Tekstslide
Jij/je achter persoonsvorm
Staat jij/je achter de persoonsvorm? Dan schrijf je de ik-vorm.
Voorbeeld
Ik
loop
.
Jij
loopt.
Loop
jij? (Hier verdwijnt de -t dus)
Slide 12 - Tekstslide
Let op!
Je hoort niet altijd of er een -t geschreven moet worden.
Voorbeeld
Ik word ziek.
Jij wordt ziek.
Word jij ziek?
Slide 13 - Tekstslide
Tip
Als je twijfelt of je een -t moet toevoegen, vervang dan het woord door lopen.
Als je dan een -t hoort, dan schrijf je een -t achter de ik-vorm.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Je wordt boos.
Ik word boos - jij wordt boos - word jij boos?
Loop je (boos)? -> geen -t
Vervang het woord door lopen (het wordt dan wel een rare zin, maar je hoort wel of je een -t moet gebruiken of niet)
Slide 15 - Tekstslide
Kies het woord dat op de stippellijn hoort:
'... je croissantjes van de Aldi lekker?'
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden
Slide 16 - Quizvraag
Kies het woord dat op de stippellijn hoort:
'... je docent de kaasbroodjes van de Jumbo lekker?
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden
Slide 17 - Quizvraag
Stel één vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag ! K3
H3 spelling 3.8
Klaar? Maak 3.7 dan af en ga leren voor de toets.
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag ! B3
H3 spelling 3.8
Klaar? Maak 3.7 dan af en ga leren voor de toets.
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Blok 3 spelling les 2
Januari 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
TV H5 WW spelling
1 dag geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Spelling - vmbo 2/3 spelling herhaling (ww)spelling
December 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2,3
werkwoordspelling les 3
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
TV H5 WW spelling
April 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
3. Spelling - vmbo 3 - Blok 3
Januari 2022
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Spelling - vmbo 3 kader- Blok 3
Februari 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
3.8 spelling (les 1)
Augustus 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3