Wat weet je? Bewegen par 2.1, 2.2 en 2.3

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

proefwerk thema 5

stevigheid en beweging

Oefenen voor Toets Bewegen par 2.1, 2.2 en 2.3

In 20 vragen

De borstkas beschermt je hart.

1. juist
2. onjuist

Tussen spaakbeen en opperarmbeen bij de mens zit een rolgewricht.

1. juist
2. onjuist

De botten in de armen en benen lijken best veel op elkaar. Welke botten in je hand zijn vergelijkbaar met de teenkootjes in je voet?

Welk bot zit niet in je arm en wel in je been?
Welk soort gewricht zit niet in je been maar wel in je arm?

Als je lijmstof uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.

1. juist
2. onjuist

Bekijk de tekeningen. Links=1; rechts= 2

Deze afbeelding hoort bij de volgende twee vragen

Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist?
Stelling 1: Weefsel 1 is te vinden in kraakbeen.
Stelling 2: Weefsel 2 is erg buigzaam.

1. Alleen stelling 1 is juist.
2. Alleen stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Geen van beide stellingen is juist.

Wat zit er in de ruimte tussen de cellen in de afbeelding links en wat zit daar in de afbeelding rechts?

1. Links zit stof met veel kalk.
2. Links en rechts zit stof met veel lijmstof.
3. Rechts zit stof met veel kalk.

Als je rent beschermt de wervelkolom je hersenen. Op welke twee manieren doet ze dat?

1. De wervelkolom heeft een dubbele X-vorm met tussen de wervels been.
2. De wervelkolom heeft een dubbele X-vorm met tussen de wervels kraakbeen.
3. De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm met tussen de wervels kraakbeen.
4. De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm met tussen de wervels been.

Bij welke van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?

1. 1
2. 2
3. 3

Hoe noem je beenverbinding 1?

1. kraakbeenverbinding
2. naadverbinding
3. vergroeiing

De tekening hoort bij de volgende twee vragen.

In de afbeelding geeft tekening P een gedeelte van het skelet van de mens weer.

Tekening Q is een vergrote doorsnede van een deel van tekening P.

Welk cijfer geeft in de afbeelding het heiligbeen aan?

Hoe heet deel 5 van afbeelding Q?

Hoe heet het deel van het skelet dat hier is afgebeeld?

Welk type gewricht zit er tussen je vingerkootje en middenhandsbeentje?

Wat zijn de langwerpige, zwarte vlekken in deze afbeelding?

1. Kraakbeencellen
2. Tussencelstof
3. Beencellen
4. Geleiachtige stof

Om te groeien maken je groeischijven nieuwe cellen aan.
Welke nieuwe cellen worden gemaakt?
En welke beenderen worden langer?

1. Nieuwe beencellen; je platte beenderen worden langer
2. Nieuwe beencellen; je pijpbeenderen worden langer
3. Nieuwe kraakbeencellen; je pijpbeenderen worden langer
4. Nieuwe kraakbeencellen; je platte beenderen worden langer

Skelet van een hond. Deze afbeelding hoort bij de volgende vraag

Noteer de juiste namen van deze nummers: 2, 3, 4, 10 en 15. Schrijf 2= juiste naam, etc.

Welke spier span je aan als je je bovenarm buigt? En wat verandert er dan aan die spier?

1. Je spant je armstrekspier aan; deze spier wordt korter
2. Je spant je armbuigspier aan; deze spier wordt langer
3. Je spant je armbuigspier aan; deze spier wordt korter
4. Je spant je armstrekspier aan; deze spier wordt langer

Als je fiets gebruik je je beenspieren.
Zijn dit willekeurige of onwillekeurige spieren?
En worden deze snel moe of houden ze het heel lang vol?

1. Willekeurige spieren; ze houden het heel lang vol
2. Onwillekeurige spieren; ze houden het niet zo lang vol
3. Onwillekeurige spieren; ze houden het heel lang vol
4. Willekeurige spieren; ze houden het niet zo lang vol

Als je fiets gebruik je je beenspieren.
Welke spier moet je samentrekken om je been te strekken?
Gaat je pedaal dan naar boven of beneden?

1. Onderste dijbeen spier; pedaal naar boven
2. Bovenste dijbeen spier; pedaal naar beneden
3. Bovenste dijbeen spier; pedaal naar boven
4. Bovenste dijbeen spier; pedaal naar boven

Hoe ver ben je voorbereid op de toets biologie?

1. Ik kan de toets morgen wel maken
2. Ik heb nog één dag extra nodig voordat ik de toets kan maken
3. Ik moet nog hard aan de bak; gelukkig heb ik nog een week

Was deze oefening nuttig voor jou?
Bedankt voor het invullen!

010