Nederlandse stadswijken 3

1.3 Nederlandse stadswijken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Nederlandse stadswijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Terugblik vorige lessen
  • Uitleg
  • Zelfstandig aan de slag
  • Nanbespreken

Slide 2 - Tekstslide

Waar vind je het stadscentrum vaak?
A
Bij de kerk
B
Bij een zwembad
C
Bij een vliegveld
D
Bij het station

Slide 3 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een:
A
Arbeiderswijk
B
Vooroorlogse wijk
C
Naoorlogse wijk
D
Bloemkoolwijk

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de volgende uitspraken is/zijn juist?

1. Hoe verder van het stadscentrum, hoe ruimer de wijken zijn opgezet.
2. Hoe dichter bij het centrum, hoe meer groenvoorzieningen.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 5 - Quizvraag

Welke uitspraak over 19e eeuwse arbeiderswijken is goed?
A
Ze zijn goed geïsoleerd.
B
Ze zijn groot en hebben grote kamers.
C
Ze hebben een douche.
D
Ze liggen tegen het stadscentrum aan.

Slide 6 - Quizvraag

In de arbeiderswijken staan nog woningen van slecht kwaliteit en niemand wilt er wonen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De naoorlogse wijken worden nu vervangen door betere woningen.
A
Waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Jaren-70-wijken
  • Verder van het stadscentrum
  • Eengezinswoningen
  • Meer groen, rust en ruimte
  • Woonerven

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwbouwwijken
Vanaf 1985:
  • Dicht bij autowegen rondom de stad
  • Veel verschillende soorten grote huizen
  • Veel groen, parkeerplaatsen, speelplekken
  • Ver van het centrum
    - goed openbaar vervoer
    - fietspaden naar het centrum

Slide 10 - Tekstslide

samenvatting
Een stad bestaat uit verschillende soorten wijken, die allemaal in een bepaalde periode zijn ontstaan. 
1. het stadscentrum, ontstond vaak al in de middeleeuwen
2. er omheen vind je arbeiderswijken
3. Daaromheen liggen eerst de vooroorlogse- en naoorlogse woonwijken: goedkope huizen en hoogbouw
4. wat verder van het centrum liggen de jaren '70-wijken met meer ruimte en groen.
5. Aan de rand van de stad liggen de nieuwbouwwijken met veel verschillende soorten eengezinswoningen. 

Slide 11 - Tekstslide

Stadscentrum

Arbeiderswijken

Vooroorlogse wijken

Naoorlogse wijken

Jaren '70 wijken

Nieuwbouwwijken

Slide 12 - Tekstslide


Stadscentrum

Arbeiderswijk
Vooroorlogse wijk
Jaren '70 wijk
Nieuwbouwwijk

Slide 13 - Sleepvraag

Welke wijk zal je als je vanuit het stadscentrum naar de nieuwbouwwijk loopt als 3e tegen komen? (het stadscentrum is 1)
A
Arbeiderswijk
B
Jaren '70 wijk
C
Vooroorlogs
D
Naoorlogs

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maken 
Opdracht 10 t/m 15   BLZ 9 
Tekstboek Blz 13 

Slide 15 - Tekstslide