Blokuur 02 - Ruimte en tijd

Creatief schrijven: spanning opbouwen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven: spanning opbouwen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver spanning in zijn verhaal kan brengen; 
- op welke manier een schrijver gebruik kan maken van tijd en ruimte in een verhaal. 

Slide 2 - Tekstslide

Maak een gedicht met je voornaam
We hebben het vorige week gehad over personages. Deze hebben eigenschappen. Zelf heb je ook eigenschappen, zowel uiterlijk als innerlijk. Op sommige eigenschappen ben je trots, andere eigenschappen zou je zelf misschien liever veranderen. Denk na over eigenschappen die je zelf hebt. 

Beschrijf nu jezelf door gebruik te maken van die eigenschappen. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaan we te werk?
Je hebt allemaal een naam. Misschien vind je dat je naam bij je past, misschien vind je van niet. 

Wat je nu gaat doen, is nadenken over je eigen eigenschappen. Je zet de letters van je naam onder elkaar en bedenkt bij elke letter een eigenschap. Komen sommige letters vaker voor? Gebruik dan ook verschillende eigenschappen. 

Heeft je naam vijf letters of minder? Maak er dan twee. 

Slide 4 - Tekstslide

Spanning in een verhaal
Heb jij enig idee hoe een schrijver zijn tekst spannend kan maken?

Slide 5 - Tekstslide

Spanning in een verhaal
Om spanning op te wekken kan een schrijver verschillende trucjes gebruiken: 
- Hij kan de gebeurtenissen in een spannende ruimte af te laten spelen; 
- Hij kan de spanning opbouwen door met de tijd te spelen en belangrijke gebeurtenissen uit te stellen; 
- Hij kan de lezer meer laten weten dan de hoofdpersoon; 
- Hij kan gebruikmaken van open plekken. 

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijving van de ruimte
De ruimte waarin de gebeurtenissen zich afspelen kan deze gebeurtenissen versterken. 

Om de ruimte in te zetten om een bijdrage te leveren aan het verhaal, beschrijf je hem zo uitgebreid mogelijk. Denk hierbij aan de temperatuur, de staat van de gebouwen, of het donker of licht is, wat voor weer het is enzovoorts. 

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf nu zelf twee ruimtes
Beschrijf nu zelf hoe een verhaalpersonage twee ruimtes kan ervaren. 

De eerste ruimte is een ruimte waarin het personage zich niet op zijn gemak voelt. 

In de tweede ruimte voelt het personage zich ontzettend op zijn gemak. 
Gebruik voor beide beschrijvingen minstens tien zinnen. 
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Spelen met tijd (1/2)
Een andere manier om spanning op te bouwen is door te spelen met tijd. Als je niet alle gebeurtenissen op chronologische volgorde laat plaatsvinden, kan een terugblik spanning opwekken. 

Bedenk dus goed in welke volgorde je de gebeurtenissen uit het verhaal wilt laten plaatsvinden. 

Slide 9 - Tekstslide

Spelen met tijd
Een andere manier om de tijd te gebruiken om spanning op te wekken, is door spannende passages uitgebreid en in detail te beschrijven. Op deze manier is de tijd die je erover doet om het fragment te lezen (verteltijd) langer dan de gebeurtenissen in werkelijkheid duren (vertelde tijd). 

Hoe zou je dit soort 'slow motion' teweeg kunnen brengen? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Werken met een storyboard
Om een verhaal te schrijven, werken schrijvers met een storyboard. Dit is een soort kapstok, waaraan je de gebeurtenissen in je verhaal 'ophangt'. 

Op je storyboard noteer je je personages, de gebeurtenissen die zij meemaken en de omstandigheden waaronder dat gebeurt. 

Slide 12 - Tekstslide

Spelen met tijd
Bedenk nu hoe je door te spelen met de tijd (dus door de volgorde te veranderen of de gebeurtenissen te vertragen) spanning in je verhaal kunt creëren. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Maak nu een storyboard voor een verhaal. Gebruik hiervoor in elk geval één van de personages die je in de vorige les hebt gecreëerd en één van de ruimtes die je vandaag hebt beschreven. Denk na over de tijd en zorg voor minstens drie gebeurtenissen.

Schrijf deze gebeurtenissen in eerste instantie op in de volgorde waarin ze zijn gebeurd. Zet ze daarna in een 'spannendere' volgorde.

Slide 14 - Tekstslide