Beeldende Aspecten

Beeldende Aspecten
Een van de onderdelen waaruit een beeldend kunstwerk is opgebouwd, noemt men een beeldaspect. Een beeldaspect kan slechts in combinatie met andere beeldaspecten aangewend worden. Een beeldaspect is eigenlijk een "beeldende truc" die een plastisch kunstenaar toepast om in zijn opzet te slagen. Grote kunstenaars muntten uit in het aanwenden van een bepaald beeldaspect. Barok-schilders als Rembrandt van Rijn en Caravaggio waren meesters in het toepassen van het clair-obscur.

De belangrijkste beeldaspecten zijn: licht, kleur, ruimte, vorm, structuur en compositie met hun afgeleiden.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beeldende Aspecten
Een van de onderdelen waaruit een beeldend kunstwerk is opgebouwd, noemt men een beeldaspect. Een beeldaspect kan slechts in combinatie met andere beeldaspecten aangewend worden. Een beeldaspect is eigenlijk een "beeldende truc" die een plastisch kunstenaar toepast om in zijn opzet te slagen. Grote kunstenaars muntten uit in het aanwenden van een bepaald beeldaspect. Barok-schilders als Rembrandt van Rijn en Caravaggio waren meesters in het toepassen van het clair-obscur.

De belangrijkste beeldaspecten zijn: licht, kleur, ruimte, vorm, structuur en compositie met hun afgeleiden.

Slide 1 - Tekstslide

Compositie
Compositie gaat over de manier waarop jouw tekening op het blad is geplaatst.
De belangrijkste, kleurigste, grootste vormen in een bepaalde richting.
We noemen dat de ordening van het geheel.
De richting of vorm die in een bepaalde compositie overheerst.

Slide 2 - Tekstslide

Driehoekscompositie
Horizontale Compositie
Verticale Compositie
Diagonale Compositie
Overall Compositie
Doorlopende Compositie
Symmetrische Compositie
A symmetrische Compositie
Statische Compositie
Dynamische Compositie

Slide 3 - Sleepvraag

Vormen
Kunstwerken bestaan uit vormen.
Die vormen kunnen grillig, rond, driehoekig, puntig zijn. Vormen in vele soorten.
Maar je hebt ook gesloten en open vormen, gestroomlijnde vormen, massieve vormen, organische vormen etc.


Slide 4 - Tekstslide

Zoek 5 plaatjes met verschillende Vormen en geef dit aan door de vorm er bij te vermelden.

Slide 5 - Open vraag

Kleur
Beeldaspect kleur.
Kleuren beïnvloeden elkaar.
Als oranje naast rood staat werkt dat anders dan naast blauw. Kleuren versterken of verzachten elkaar. We noemen dat KLEURCONTRASTEN.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.


Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Slide 7 - Tekstslide

Primaire kleuren
de primaire kleuren zijn: 
  1. rood, 
  2. geel 
  3. blauw

Slide 8 - Tekstslide

Secundaire kleuren
  • secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.

  • oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.

Slide 9 - Tekstslide

Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Slide 10 - Tekstslide

Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.

de complementaire contrasten zijn: 
paars-geel 
rood-groen
blauw-oranje

Slide 11 - Tekstslide

Kleur tegen kleurcontrast
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.

Slide 12 - Tekstslide

Licht-donker contrast
  • dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren  
  • wit -zwart is het grootste contrast 
  • je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit

Slide 13 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
warme kleuren:
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 14 - Tekstslide

    Koud–warm contrast
    een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast

    Slide 15 - Tekstslide

    Kleurenfamilie
    • dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie 

    • kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk 

      Slide 16 - Tekstslide

      Expressief kleurgebruik
      Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties die een voorstelling bij de schilder opriep weer te geven. 

      Slide 17 - Tekstslide

      Signaalfunctie
      Kleuren kunnen ook een signaalfunctie hebben, zo kan de kleur aangeven dat er gevaar bestaat, of dat er geen gevaar is.

      Slide 18 - Tekstslide

      Kleurgebruik
      KLEUREN MENGEN:
      Bij het mengen van kleuren worden twee of meer kleuren samengevoegd tot een nieuwe kleur.

      Dekkend of transparant:
      Bij dekkend of transparant kleurgebruik is de kleur van de ondergrond niet meer zichtbaar.
      Transparante kleuren zijn doorschijnend, de kleur of onderlaag is nog zichtbaar.
      Doorschijnend dus.


      Slide 19 - Tekstslide

      Verzadigde en onverzadigde kleuren:
      De kleuren op de kleurencirkel zijn pure kleuren, de kleuren in hun zuiverste vorm.
      Dit noemen we VERZADIGDE KLEUREN.
      .
      Als we een kleur aanpassen en ze vermengen met wit, zwart, grijs, noemen we dit ONVERZADIGDE KLEUREN.

      Verhelderde en Verdonkerde kleuren
      Als je wit bij een kleur mengt, dan ben je een kleur aan het verhelderen.
      Als je zwart bij een kleur mengt, dan ben je kleur aan het verdonkeren.

      Verzadigde kleuren:         Kleuren in hun zuiverste vorm, pure kleuren
      Onverzadigde kleuren:    Kleuren vermengd met wit, grijs of zwart
      Verhelderde kleuren:       Kleuren waaraan meer wit is toegevoegd
      Verdonkerde kleuren:      Kleuren waaraan meer zwart is toegevoegd 



      Slide 20 - Tekstslide

      Wat maakt een kleur verzadigd?
      A
      Kleuren vermengd met wit, grijs of zwart
      B
      kleuren waaraan meer wit is toegevoegd
      C
      Kleuren waaraan zwart is toegevoegd
      D
      Kleuren in hun zuiverste vorm, pure kleuren.

      Slide 21 - Quizvraag

      Licht 
      Licht schept sfeer.
      Het kan een voorstelling bijvoorbeeld gezellig, intiem, spannend of geheimzinnig maken.
      Licht maakt vormen duidelijk.
      Door de belichting kan je de aandacht op iets richten.
      LICHT EN SCHADUW
      Licht veroorzaakt schaduw. Door goed te kijken naar de schaduw, kun je zien waar het licht vandaan komt. Bij meer lichtbronnen zie je dus ook meer schaduw.



      Slide 22 - Tekstslide

      Opdracht
      Er volgen hierna openvragen waarbij jij begrippen uit gaat leggen  en een plaatje van het begrip gaat zoeken en toevoegen.

      Slide 23 - Tekstslide

      Leg uit wat het begrip
      Licht-Donker Contrast is.

      Slide 24 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Tegenlicht is.

      Slide 25 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Silhouet is.

      Slide 26 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Zijlicht is.

      Slide 27 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Plasticiteit is.

      Slide 28 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Clair-obscur is.

      Slide 29 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Eigen schaduw is.

      Slide 30 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Slagschaduw is.

      Slide 31 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Natuurlijk licht is.

      Slide 32 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Kunstlicht is.

      Slide 33 - Open vraag

      Leg uit wat het begrip
      Tegenlicht is.

      Slide 34 - Open vraag