Beeldbank, moet vandaag aan het eind van de les in Classroom zijn ingeleverd
= ook de toetsstof de repetitie op 13-3
M3A en M3B zijn al vanaf 13.00 uur terug op school M3C (3 lln.) halen de toets in op inhaalmoment (versie 2)
Helaas nog niet alles in Classroom geüpload! maar 5 lln. hebben het ingeleverd
Slide 2 - Tekstslide
Kunstbeschouwing
Bij kunstbeschouwen kijken we nauwkeurig naar een beeld/schilderij/tekening/foto ...
We beschrijven de voorstelling
We kijken hoe het is vormgegeven (uit welke beeldaspecten bestaat het)
We kijken op welke manier het is gemaakt (materiaal en techniek)
Daarnaast kijken we of er een speciale functie mee bedoeld is
En we kijken of er een speciale bedoeling is
Slide 3 - Tekstslide
Kunstbeschouwing
Slide 4 - Tekstslide
Figuratief Geabstraheerd
Abstract
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Beeldaspect COMPOSITIE
grondlijnen
bewegings suggestie:
statisch / dynamisch
compositiesoorten:
driehoeks
centraal
diagonaal
a- / symmetrisch
overall
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Beeldaspect KLEUR
kleurgebruik
primaire / secundaire kleuren
verzadigde kleuren / zuivere kleuren
warm / koud contrast
licht / donker contrast
complementair kleurcontrast
Slide 13 - Tekstslide
Secundaire kleuren
secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.
Slide 14 - Tekstslide
Primaire kleuren
de primaire kleuren zijn:
rood,
geel
blauw
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.
Slide 17 - Tekstslide
Kleur tegen kleurcontrast
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.
Slide 18 - Tekstslide
Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
de complementaire contrasten zijn:
paars-geel
rood-groen
blauw-oranje
Slide 19 - Tekstslide
Licht-donker contrast
dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren
wit -zwart is het grootste contrast
je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit
Slide 20 - Tekstslide
Warme en koude kleuren
warme kleuren:
zijn warm en gezellig
lijken dichterbij
vormen een contrast met koude kleuren
koude kleuren:
zijn koel en rustig
lijken verder weg
vormen een contrast met warme kleuren
Slide 21 - Tekstslide
Kleurenfamilie
dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie
kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk
Slide 22 - Tekstslide
Expressief kleurgebruik
Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties die een voorstelling bij de schilder opriep weer te geven.
Slide 23 - Tekstslide
Figuratief = Herkenbaar (naar de waarneming).
Geabstraheerd = Onbelangrijke details zijn weglaten.
(Het figuratieve beeld is minder herkenbaar).
Abstract = Onherkenbaar. Ook wel non- figuratief genoemd, zonder een herkenbare voorstelling, in tegenstelling tot figuratief.