Voorrangregels 1

25.......28
A
<
B
>
C
+=
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

25.......28
A
<
B
>
C
+=

Slide 1 - Quizvraag

DOEL
Je gebruikt de voorrangsregels bij optellen, aftrekken, vermenigvuldigen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Voorrangregels 
Kijk eens naar de volgende som:

2 + 4 x 6
Dit kun je op verschillende manieren uitrekenen met verschillende antwoorden.
2 + 4 x 6 = 48
2 + 4 x 6 = 26
Je ziet 2 heel verschillende antwoorden. En daarom hebben we in de wiskunde hier regels voor afgesproken.
Maar wat zijn de rekenregels van wiskunde? Welke regels hebben voorrang?

1. De keer en delen.Hier geldt dat als ze er beide in staan dan kijk je van links naar rechts.

2. Tot slot de plus en de min. En ook hier geldt dat als ze er beide in staan dan kijk je van links
    naar rechts.
 








Slide 5 - Tekstslide

1+2X3=
A
7
B
9
C
6
D
3

Slide 6 - Quizvraag

4 + 2 x 3=
A
10
B
12
C
18
D
24

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maken:
  • In boekjes voorrangsregels 
  • Got It 

Slide 10 - Tekstslide