Jaartallen? Sommige wel, grote gebeurtenissen, maar meeste niet. Wél handig: Tijdlijn... (geschiedenis, ik weet het...)
Begrippen? Los leren leuk ,maar zonder verbinding veel minder nuttig... Leer begrippen aan de hand van de context.
Slide 3 - Tekstslide
Samenvattingen
Samenvattingen geven een korte versie van een paragraaf
Begrippenlijst per paragraaf kan helpen verbinding tussen begrippen en gebeurtenissen weer te geven.
Meerdere vormen mogelijk, allemaal goed als het werkt voor je!
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Tijdens de test
Lees eerst de vragen een keer rustig door en kijk wat je direct weet. Beantwoord de vraag kort in je hoofd.
Markeer de signaalwoorden (wát is eigenlijk de vraag?).
Slide 7 - Tekstslide
Tijdens de test
Weet je een vraag niet? Sla deze over! kom er na de rest van de vragen op terug. Geef in de test wel DUIDELIJK aan waar welke vraag staat. De volgorde is minder belangrijk...
CONTROLEER per vraag of je deze beantwoordt (en dus niet en eigen interpretatie van de vraag...).
Lees na het maken van de test deze én je antwoorden nogmaals door.
Slide 8 - Tekstslide
Soorten vragen: RTTI
Reproductie: rechtstreeks uit het boek
Toepassing (1): Pas je opgedane kennis toe
Toepassing (2): Pas je opgedane kennis toe (hoger niveau)
Inzicht: gebruik je kennis in andere situaties
Slide 9 - Tekstslide
Afbeeldingen en Bronnen
Bronnen en afbeeldingen geven informatie
Vrijwel altijd toepassings- of inzichtsvragen
Beredeneer waar het over gaat, ook in bronnen en afbeeldingen kan je signaalwoorden of kenmerken markeren/onderstrepen/omcirkelen
Slide 10 - Tekstslide
Grafieken
Lees eerst de titel van de grafiek, waar gaat het over?
Wat zijn de parameters? (x- en y-as)
Welke schaal is gebruikt?
Wat is het doel van deze grafiek?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
TIPS
Gebruik je hoofd, vaak is je eerste ingeving (mits de vraag goed gelezen) goed, of in ieder geval de goede richting.
Twijfel niet (teveel), maar controleer wel jezelf!
Slide 13 - Tekstslide
TIPS
Lees de test eerst 1 keer helemaal door, begin dán pas met het beantwoorden (twee keer gelezen is minder kans op verkeerde interpretatie)
VRAAG HULP! Als een vraag je niet duidelijk is, vraag of je het goed hebt begrepen, dus niet inhoudelijk wát het antwoord is, maar wát staat er precies? Wát wordt er gevraagd?