1e klas bez vnw samenv

Sena
Marwa
Yassin
Sancho
Keano
Locho
Efe
Kerem
Joël
Gabriël
Christian
Hayam
Xeppy
Hams
Kevon
Cassèl
Neva
Hakan
Gamal
Kaan
Melek
Mohammad
Emre
  DOCENT
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sena
Marwa
Yassin
Sancho
Keano
Locho
Efe
Kerem
Joël
Gabriël
Christian
Hayam
Xeppy
Hams
Kevon
Cassèl
Neva
Hakan
Gamal
Kaan
Melek
Mohammad
Emre
  DOCENT

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui c'est ..........................
L'hiver                                             Le printemps    L'été

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui


1. Bezittelijk voornaamwoord
2. KAHOOT?
3. Contrôle des devoirs. 
4. Les devoirs pour mercredi
Na deze les ken ik het bezittelijk voornaamwoord in het Frans. 
Ik kan het toepassen in zinnetjes. 
Ik weet wat het betekent. 

Slide 3 - Tekstslide

1.0 Bezittelijk vnw: Franse regels 
In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan
 aan het bezit. 
Of de fiets nou van hem of haar is maakt niet uit
Het gaat erom of de fiets mannelijk of vrouwelijk is. 

Het woord fiets in het Frans is mannelijkJe zegt dus:
C'est mon vélo.
C'est ton vélo. 
C'est son vélo. 

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Regels
Het gaat erom of HET DING of DE PERSOON mannelijk of vrouwelijk is.
Het woord fiets in het Frans is mannelijk: LE vélo. Daarom wordt het: 
MON vélo (mijn fiets)
TON vélo (jouw fiets)
SON vélo (zijn OF haar fiets!!)
Het woord zwembad in het Frans is vrouwelijk: LA piscine. Daarom wordt het:
MA piscine (mijn zwembad)
TA piscine(jouw zwembad)
SA piscine (zijn OF haar zwembad!!)
Deze lidwoorden staan in de woordenlijst/APPRENDRES altijd VÒÒR het woord.

Slide 5 - Tekstslide

1.2 Regels
Dus: in het Frans past het bezittelijk vnw zich aan  aan het bezit. 
Het gaat erom of de persoon OF het ding mannelijk of vrouwelijk is. 

Je kijkt daarom naar het LIDWOORD: LE/ UN, LA/ UNE, L' of LES of DES.
Zie je het lidwoord LE/ UN, dan kies je uit MON, TON, SON.
Zie je het lidwoord LA/ UNE, dan kies je uit MA, TA, SA.
Zie je de L' (L apostrophe)...... dan kies je mannelijk, dus:........................
En WAAROM kies je dan mannelijk??

Slide 6 - Tekstslide

1.3 Klinkerbotsing en stomme H
Is er sprake van klinkerbotsing of een stomme H?
Dan gebruiken we de mannelijke vorm ( mon, ton, son )

* Mijn vriendin is aardig - MA amie (v) est sympa
Klinkerbotsing!  Dus -> MON amie est sympa. 
* Ja, dat is mijn hotel - Het is L'HOTEL, dus een stomme H. Dan wordt het MANNELIJK -> Oui, c'est MON hotel. 

Slide 7 - Tekstslide

Au travail: 16B.A & 16C.A
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

1.4 Regels
Wat nou als het MEERVOUD is? 
Dan hebben we de LIDWOORDEN: LES, DES.

LES gebruiken we als er in het Nederlands DE voor staat:
LES amis = DE vrienden
LES croissants = DE croissantjes

DUS: staat er in het Nederlands DE bij het meervoud, 
dan schrijf je in het Frans LES

Slide 9 - Tekstslide

1.5 Regels 
Wanneer gebruik je het MEERVOUD met DES?

DES gebruiken we als er in het Nederlands              voor staat:
Il est avec DES amis = Hij is met vrienden
J'ai DES snacks = Ik heb snacks. 

DES gebruik je, als er in het Nederlands meervoud GEEN "DE" staat.  

Slide 10 - Tekstslide

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN 
in het FRANS
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Mnl
mon
ton
son
Vrl
ma
ta
sa
MV
mes
tes
ses
lidwrd

Slide 11 - Tekstslide

Au travail: finir les exercices
timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

3. Contrôle des devoirs 

4. Les devoirs pour mercredi: 
apprendre 7 & 8 uit je hoofd leren. 
Ik ken het bezittelijk voornaamwoord in het Frans. 
Ik kan het toepassen in zinnetjes. 
Ik weet wat het betekent. 

Slide 14 - Tekstslide