ww als bijvoeglijk naamwoord

Welkom 4H4
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 4H4

Slide 1 - Tekstslide

Morgen toets spelling
werkwoordspelling
meervoudsvormen
(werkwoord als..) bijvoeglijk naamwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag 
(werkwoord als) bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil?
vergrote - vergrootte
bestede - besteedde

Slide 4 - Open vraag

Voorbeeldzinnen
  • We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
  • De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
  • Het bestede bedrag kun je declareren.
  • De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
  • Het verbrede pad zag er goed uit.
  • Gisteren verbreedde de tuinman het pad. 

Slide 5 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken. Maak een voorbeeldzin!

Slide 6 - Open vraag

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?

Schrijf het zo kort mogelijk!

Slide 7 - Tekstslide

Waarom schrijf je dan wel de gebraden kippen?
A
Omdat het zn meervoud is.
B
Omdat het voor de uitspraak nodig is.
C
Omdat het VD ook eindigt op -en

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Slide 10 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Verwoesten: de ........ stad

Slide 11 - Open vraag



De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 12 - Open vraag



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Open vraag



De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 14 - Open vraag



De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger
Schrikken: de ........ mensen

Slide 17 - Open vraag

Schrijf een voorbeeldzin met het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje

Slide 20 - Open vraag

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid

Slide 21 - Open vraag

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje

Slide 22 - Open vraag

Herhaling werkwoorden

- tegenwoordig deelwoord
- voltooid deelwoord
- voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- persoonsvorm 

Slide 23 - Tekstslide

________ (gapen) gaf hij het slaapverwekkende proefwerk terug.

Slide 24 - Open vraag

Koop jij altijd __________(voorsnijden) groente?

Slide 25 - Open vraag

De vrienden ... (poetsen) gisteren de auto van hun ouders.

Slide 26 - Open vraag

Heb jij het juiste antwoord _________ (noteren)?

Slide 27 - Open vraag

Floris …. (vergoeden) vorige week de kosten voor het schoonmaken van het bushokje.

Slide 28 - Open vraag


Met _________ (vergroten) ogen stamelde zij het antwoord.

Slide 29 - Open vraag

Jouw haarkleur is sterk _____________ (veranderen)?

Slide 30 - Open vraag

Voor de toets van morgen heb ik nog het volgende nodig:

Slide 31 - Open vraag