6.3 - Op de markt

Hoofdstuk 6
Paragraaf 3 - Van alle markten thuis!
3TL
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Paragraaf 3 - Van alle markten thuis!
3TL

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen:
- Check leerdoelen paragraaf 6.2
- Nakijken opgaven paragraaf 6.2 -> via nakijkbladen
- Leerdoelen paragraaf 6.3
- Maken paragraaf 6.3

Slide 2 - Tekstslide

Samenvatting 6.2
Inkoopprijs (100%)
Brutowinstmarge (= bijv. 25% bepaald de ondernemer) +
Verkoopprijs (125%)

Verkoopprijs  (100%)
BTW (9% of 21%) +
Consumentenprijs (109% of 121%)

Slide 3 - Tekstslide

Samenvatting 6.2
Omzet (verkoopopbrenst) = afzet (aantal producten) x verkoopprijs

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
Nettoresultaat = brutowinst - bedrijfskosten

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken
6.2: vraag 5 t/m 11

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Verschil uitleggen tussen een concrete en abstracte markt
  • Uit kunnen leggen hoe de wet van vraag en aanbod werkt
  • Met een vraag- en aanbodlijn de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen
  • Een vraag- en aanbodlijn in een grafiek tekenen
  • Met een marktaandeel de afzet of omzet berekenen

Slide 6 - Tekstslide

Markten (2 soorten)
Concrete markt = een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld. (bijvoorbeeld weekmarkt, supermarkt, winkels)

Abstracte markt = Als je het bij economie over de markt hebt, bedoel je meestal een abstracte markt. Dat is het geheel van vraag naar en aanbod van een product. (bijvoorbeeld de oliemarkt en de huizenmarkt)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bepaalt een producent de verkoopprijs van zijn prodcuten?

Slide 8 - Open vraag

Verkoopprijs bepalen
Een winkelier houdt bij het vaststellen van de verkoopprijs rekening met:

  • De Inkooprijs/ kostprijs/ winst en kosten (paragraaf 6.2)
  • De markt = vraag en aanbod (deze paragraaf)

Slide 9 - Tekstslide

Vraag en aanbod (zei voorbeeld blz. 169)

  • Evenwichtshoeveelheid = de hoeveelheid producten die gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs 
  • Evenwichtsprijs =  De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. 
  • Waar in de grafiek de vraaglijn de aanbodlijn kruist, is er precies evenveel vraag als aanbod. 




Slide 10 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag met:
Vraag 1 t/m 5
Klaar? Maak paragraaf 6.3 af. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Marktaandeel
De omzet of afzet van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale omzet of afzet van de productgroep.

Formule = (Jouw afzet :  totale afzet) x 100
Of
Formule = (jouw omzet: totale omzet) x 100


Slide 14 - Tekstslide

Marktaandeel
  1. Hoe groot was het marktaandeel van Samsung in het 3e kwartaal van 2014? 
  2. Hoeveel telefoons heeft Lenovo in het 3e kwartaal van 2014 verkocht?
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Hoe proberen producenten hun marktaandeel te vergroten?

Slide 16 - Open vraag

Noem iets wat je voor deze les nog niet wist?

Slide 17 - Open vraag