1.6: Massa en volume

Hoofdstuk 1: Natuurkunde en scheikunde

Paragraaf 6: Massa en volume
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Natuurkunde en scheikunde

Paragraaf 6: Massa en volume

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Toets H1
Herhaling H1.5
Uitleg H1.6
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Onthoud
Om nauwkeurig te meten gebruik je meetapparatuur.
Meetapparatuur met wijzers en een schaalverdeling noem je analoog.
Meetapparatuur met cijfers op een scherm noem je digitaal.
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een eenheid is de hoeveelheid of maat waarin je iets meet.
Veelgebruikte eenheden van tijd zijn: seconde (s), minuut (min) en uur (h).
Veelgebruikte eenheden van lengte zijn: meter (m), millimeter (mm), centimeter (cm) en kilometer (km).

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat met de massa van een stof wordt bedoeld.
  • Je kunt gram en kilogram naar elkaar omrekenen.
  • Je kunt uitleggen wat met het volume van een stof wordt bedoeld.
  • Je kunt het volume van een vloeistof meten met een maatcilinder.
  • Je kunt een maatcilinder op de juiste manier aflezen. 

Slide 4 - Tekstslide

Massa = hoeveel gram iets weegt



Bij Natuurkunde: massa meten = hoeveel gram iets weegt
Grootheid: massa
Eenheid: gram of kilogram
0,5 kg = ... g                        1200 g = ... kg

digitaal
of
analoog

Slide 5 - Tekstslide

Volume
Hoeveel cola zit er in deze fles?

Volume meet je met een.. 
Grootheid: volume
Eenheid: liter of milliliter
Hoe lees je die af?
Maatcilinder

Slide 6 - Tekstslide

Maatcilinder
aflezen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat met de massa van een stof wordt bedoeld.
  • Je kunt gram en kilogram naar elkaar omrekenen.
  • Je kunt uitleggen wat met het volume van een stof wordt bedoeld.
  • Je kunt het volume van een vloeistof meten met een maatcilinder.
  • Je kunt een maatcilinder op de juiste manier aflezen. 

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Boek: Maak opgave 1 t/m 13
Blz 46 t/m 52
Online: flitskaarten + Test Jezelf

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Onthoud
Massa is de hoeveelheid stof.
Massa meet je met een weegschaal.
Eenheden van massa zijn kilogram (kg) en gram (g).
Volume is hoeveel ruimte iets inneemt.
Een maatcilinder moet je aflezen bij het onderste randje van de vloeistof.
Eenheden van volume zijn liter (L) en milliliter (mL).


Slide 16 - Tekstslide