H1: 1.6 Massa en Volume Basis 2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

 1 Nask

Benodigheden

- laptop

- JDW-map

- (Rekenmachine) 

- Pen

Tassen op de grond

Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 2!

Ga zitten en start met:

Lees paragraaf 1.6 Massa en Volume

START IN:

Jas over je stoel

H1: Natuur en Scheikunde

• 1.1 Een nieuw vak
• 1.2 Onderzoeken
• 1.3 Practicum
• 1.4 De Brander
• 1.5 Lengte en Tijd
• 1.6 Massa en volume

1.6 Massa en Volume

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

Lesprogramma

1. Huiswerk controle 
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Instructie (uitleg)
5. Aan de slag/ Huiswerk
6. Afsluiting 
7. Huiswerk

Terugblik

1. Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
   
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
   
3. Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
   
4. Je kunt de tijd aflezen op een stopwatch en een stopklok.
   
5. Je kunt een lengte meten in centimeter en millimeter.
   
6. Je kunt centimeter en millimeter naar elkaar omrekenen.

Meetapparatuur is.............. preciezer dan je zintuigen.

1. ALTIJD
2. NOOIT

Tijd meet je met een?

1. Klok
2. weegschaal
3. Thermometer

Eenheid van tijd is

1. Seconden
2. Minuten
3. Uren
4. Alle drie kan

Hoeveel CM is het blauwe stokje

1. 1 cm
2. 11 mm
3. 1,2 cm
4. 10 m

     Terugblik

Hoe kun je bij natuurkunde
of scheikunde veilig een stof proeven.

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat met de massa van een stof wordt bedoeld.
2. Je kunt gram en kilogram naar elkaar omrekenen.
3. Je kunt uitleggen wat met het volume van een stof wordt bedoeld.
4. Je kunt het volume van een vloeistof meten met een maatcilinder.
5. Je kunt een maatcilinder op de juiste manier aflezen.

Massa 

• De massa is een maat voor de hoeveelheid van een stof. 
• We kunnen de massa meten met een weegschaal. 

• De eenheid voor massa is kilogram (kg) of gram (g).... 
• De grootheid is dan de massa.

Massa

De massa bepaal je met een balans (weegschaal).

Massa meet je in?

1. Kilogram
2. Newton
3. Massa
4. Kracht

Massa bepaal je met een

1. liniaal
2. geodriehoek
3. weegschaal
4. maatcilinder

Volume

Volume van vloeistof.

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?

1. oppervlakte
2. maat
3. inhoud
4. grootte

Het volume van een vloeistof kun je bepalen met een maatcilinder.

Volume meet je met een

1. thermometer
2. maatcilinder
3. weegschaal
4. meetlint

Dit is een

1. maatcilinder
2. maatglas
3. reageerbuisje
4. bekerglas

Hoe heet het glaswerk hiernaast?

1. Erlenmeyer
2. Reageerbuisje
3. Maatcilinder
4. Bekerglas

hoeveel ml zit er in
deze maatcilinder?

1. 404 ml
2. 480 ml
3. 440 ml
4. 408 ml

Wat meet je als je wil weten of het water voor de spaghetti kookt?

Wat meet je als wil weten hoe lang een film duurt?

De bus vertrekt om 8 ......

Wat meet je als de suiker in de cakemix wil doen?

Wat gebruik je om te meten hoe warm iets is?

Wat meet je als de melk afmeet voor de pannenkoeken?

temperatuur

tijd

inhoud

thermometer

uur

gewicht

Aan de slag!

Paragraaf 1.6

Opdracht 1 t/m 13

Je mag samenwerken!

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Waar wil je nog extra uitleg over?

Onthoud

• Massa is de hoeveelheid stof.
• Massa meet je met een weegschaal.
• Eenheden van massa zijn kilogram (kg) en gram (g).
• Volume is hoeveel ruimte iets inneemt.
• Een maatcilinder moet je aflezen bij het onderste randje van de vloeistof.
• Eenheden van volume zijn liter (L) en milliliter (mL).

Leerdoelencheck:
Je kunt uitleggen wat met de massa van een stof wordt bedoeld.
Je kunt gram en kilogram naar elkaar omrekenen.
Je kunt uitleggen wat met het volume van een stof wordt bedoeld.
Je kunt het volume van een vloeistof meten met een maatcilinder.
Je kunt een maatcilinder op de juiste manier aflezen.

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje....

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

Zet in je Planner!

1. Maak de opdrachten af van paragraaf 1.6 (opdracht 1 t/m 13)

Dank je wel voor je aandacht.