Les articles les 2 (contracté / exercices tous les articles)

LES ARTICLES
  • HERHALINGSOEFENINGEN
  • BEPAALDE HOEVEELHEDEN
  • NEGATIE
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LES ARTICLES
  • HERHALINGSOEFENINGEN
  • BEPAALDE HOEVEELHEDEN
  • NEGATIE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het voorzetsel 'de'?
A
van
B
naar
C
in
D
op

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het voorzetsel
'à'?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Laten we eens kijken...
Bienvenue à la Talentenschool!
Les professeurs de l'école vous souhaitent beaucoup de chance. Le numéro de la salle du premier cours est D04.

D'abord, le français! Le prof ne connaît pas encore tous les noms des élèves, mais ce n'est pas grave.
Il est belge. Il ne vit plus  en Belgique, mais aux Pays-Bas.

Tekst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'article contracté
  • à + le = au                             de + le = du
  • à + les = aux                        de + les = des

  • = préposition de/à (=  van/uit/naar/in...) + article défini (le/la/les)
  • de = van / uit ..     Tu as trouvé la solution du jeu? Heb je de oplossing van het spel gevonden.
  • à = naar / in / ...    Je vais au cinéma. Ik ga naar de film.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ma soeur déteste les vancances ... plage (v).
A
au
B
du
C
à la
D
de la

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(exemple)
Après le cours de français, je vais ... maison.
A
à l'
B
au
C
à la
D
aux

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voici le programme ... activités.
A
des
B
de l'
C
du
D
de la

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je voudrais aller ... toilettes.
A
aux
B
des
C
à l'
D
de l'

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING
masculin singulier
féminin singulier
pluriel
article indéfini
un
une
des
article défini
le, l'
la, l'
les
article partitif
du, de l'
de la, de l'
des
article contracté
du (de + le)
au (à + le)
de la (de + la)
à la (à + la)
des (de + les)
aux (à + les)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruiken we het?
article indéfini
onbepaald : ik weet niet hoeveel, wie, wat

Un monsieur va venir aujourd'hui.

article défini
 bepaald: ik weet hoeveel, wie, wat
Je prends la limonade.

 + adorer, préférer, aimer: met deze werkwoorden --> article défini
 J'aime la soupe.  Je préfère le chocolat.
article partitif
_ Geen lidwoord in het Nederlands, onmeetbare hoeveelheid:
Je mange des fruits (fruit), de la soupe (soep)

article contracté
met voorzetsel DE (de+le = du, de + la,  de + l', de+les = des)
met voorzetsel À (à + le = au, à + la, à + l', à + les= aux)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OEFENINGEN

Au travail: exercices!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord 
Choisis la bonne réponse

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Il boit du thé
(= hij drinkt thee)
"du"= ...
A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + le)
D
article contracté (de + la)

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nous avons passé des examens
(= wij hebben examens gemaakt)
"des"= ...

A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + les)
D
article contracté (de + la)

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ce sont les jeux des enfants.
(= het zijn de spelletjes van de kinderen)
"des"= ...

A
article indéfini (un, une, des)
B
article partitif (du, de la, de l', des)
C
article contracté (de + les)
D
article contracté (de + la)

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Partitif ou contracté?
Is het een delend (partitif) of samengetrokkend (contracté) lidwoord? Antwoord met: partitif of contracté

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je parle du garçon.
du = ...

Slide 19 - Open vraag

antwoord met : partitif of contracté

'parler de' = praten over
Je mange du pain.
du = ...

Slide 20 - Open vraag

antwoord met : partitif of contracté

KIES HET JUISTE LIDWOORD
kies uit: le, la, un, une, des, aux

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choisis …… tarte. Elles sont excellentes !

Slide 22 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux

J'adore ... sushi! Mmm, délicieux!

Slide 23 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux

Il y a ... cerf sur ... route.

Slide 24 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux


schrijf een komma tussen je twee woorden!

Le professeur donne les devoirs ... élèves

Slide 25 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux




Je veux manger ... pâtes ce soir.

Slide 26 - Open vraag

kies uit : le, la, un, une, des, aux


'pâtes'= pasta
BEPAALDE HOEVEELHEDEN
Normaal gebruiken we een 'article partitif' als we spreken over:
  • onbepaalde hoeveelheden (je veux de la salade)

  • MAAR! Bij de volgende woorden gebruiken we DE of D' : 
un peu, beaucoup, deux kilos, 500 grammes, une bouteille  
--> une bouteille d'eau, deux kilos de pommes


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NEGATIE
Een negatieve zin maak je met: ne ... pas 
bv: Tu veux du vin --> Je ne veux pas DE vin.

Na een negatie gebruiken we DE!!!
Je ne veux pas du vin is dus NIET JUIST

être is een uitzondering!!! Bij 'être' blijft het lidwoord hetzelfde:
C'est (= être) du chocolat? --> Non, ce n'est pas du chocolat

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste 'article partitif'
- du, de la, de l', des : onbepaalde hoeveelheid
- de, d' : bepaalde hoeveelheid

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mets toujours un peu ... sucre dans mon thé.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu manges ... confiture le matin?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Non, je ne mange pas ... confiture. Je mange du miel.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu peux m'acheter une bouteille ... limonade?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Non, ce ne sont pas ... bananes espagnoles. Elles viennent de l'Équateur.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik alles begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk en ik heb alles begrepen!
B
Ik heb maar weinig begrepen en ik heb nog vragen.
C
Ik heb het meeste begrepen, maar niet alles.
D
Help! Ik begrijp er niets van!

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik nog vragen?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(exemple)
Qui est le directeur ... collège (m)?
A
des
B
du
C
de l'
D
de la

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies