1HVE - Semaine 25 - Leçon 2

Aujourd'hui, c'est le ...
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, c'est le ...

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 6 - 1VE1
Tot nu toe heb je alles tot bron F - exercice 26 gemaakt 
 A: Lise, Tijn, Mik, Jorian, Liam, Jasper, Suze, Moritz, Sam, Max
B: Lise, Tijn, Mik, Jorian, Liam, Jasper, Suze, Moritz, Sam, Danil, Yannick, Max
D: Mauro, Lise, Tijn, Jorian, Liam, Isabel, Jasper, Suze, Moritz, Sam, Danil, Yannick, Max
E (wel gemaakt): Niek, Willemijn, Carlin, Lisa, Hanna, Isabel, Maurice, Tess, Pien, Sem, Feline, Luna
F (wel gemaakt):  Carlin, Lisa, Tess, Lotte, Pien, Sem, 


Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 6 - 1HV2
Tot nu toe heb je alles tot bron F - exercice 25 gemaakt 
 A: Rita, Midas, Fabian, 
B: Rita, Midas, Fabian, Wes, 
D: Rita, Sirawit, Midas, Luuk, Fabian, Dany
E: Rita, Midas, Daan, Samira, Luuk, Lieke, Jelte, Fabian, Wes, Dany, Floris, Tijmen, Lynn, 
F:  Rita, Midas, Samira, Luuk, Lieke, Jelte, Fabian, Wes, Dany, Floris, Laurie, Tijmen, Lynn
H (wie heeft EN gehad en nog geen uitleg grammaire FA?): Feline, Lucas Alan, Rita, Gijs, Lucas, Daan, Kas, Luuk, Lieke, Jelte, Niels, Fabian, Floris, Lynn


Slide 3 - Tekstslide

La dernière semaine
Leçon 1 - Au travail!

Leçon 2 - La répétition de la grammaire Chapitre 6 & Devoirs: Parler

Leçon 3 - Parler & La répétition de la grammaire 
(Chapitre 1, 2, 3 & 5) 

Slide 4 - Tekstslide

Poser une question

Slide 5 - Tekstslide

Poser une question

  • Zonder vraagwoord

  • Met vraagwoord

Slide 6 - Tekstslide

welke vraagwoorden ken je?

Slide 7 - Woordweb

Welk vraagwoord is hier nodig?
Ton anniversaire, c’est ... ?
A
pourquoi
B
qui
C
combien
D
quand

Slide 8 - Quizvraag

Welk vraagwoord hoort hier?
... tu vas faire?
A
Qu’est-ce que
B
Que
C
D
Qui

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Waar is de Eiffeltoren?
A
Qui est la Tour Eifel?
B
Quand est la Tour Eifel?
C
Où est la Tour Eifel?

Slide 10 - Quizvraag

Welke ontbreekt?
Tu as __________ de matières?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 11 - Quizvraag

Welke ontbreekt?
Le métro arrive ______ ?
A
qui
B
combien
C
quand
D
qu'est-ce que

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal: Waar woon jij?

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: Hoe gaan wij naar het café?

Slide 14 - Open vraag

Futur Proche

Slide 15 - Tekstslide

Je vais
Tu vas
Nous allons
Vous allez
Ik ga
Wij gaan
Jullie gaan/u gaat
jij gaat

Slide 16 - Sleepvraag

Let op!!!
In het Frans plaatsen we de werkwoorden bij elkaar
In het Nederlands zeggen we: 
Zij gaat met haar broer zingen

In het Frans zeggen we:
Elle va chanter avec son frère.


Slide 17 - Tekstslide

De zinsvolgorde is dan:



onderwerp
vorm van aller
heel ww
rest v.d. zin
Nous
allons
écouter 
de la musique
Ma mère
va 
manger
une pomme

Slide 18 - Tekstslide

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin
Onderwerp
vorm van aller
hele
werkwoord
rest
van de zin
Ils
vont
acheter
des pantalons

Slide 19 - Sleepvraag

Let op
Als je een zin ontkennend maakt, dan zet je ne... pas om het 1e werkwoord in de zin. Dus:

onderwerp
ne vorm van aller pas
heel ww
rest v.d. zin
Nous
n'allons pas
écouter 
de la musique
Ma mère
ne va pas
manger
une pomme

Slide 20 - Tekstslide

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin
Onderwerp
ontkenning
vorm van aller
ontkenning
hele ww
rest v.d. zin
Ils
vont
acheter
de pantalons
ne
pas

Slide 21 - Sleepvraag

hoe zeg je in het Frans:
ik ga geen pizza eten.
A
Je ne me vais pas une pizza manger.
B
Je ne vais pas de manger pizza.
C
Je ne vais pas de pizza manger .
D
Je ne vais pas manger de pizza.

Slide 22 - Quizvraag

Welke vorm van 'le futur proche' is correct uitgevoerd?
A
Je ne vais trouver pas de stylo.
B
Je ne vais pas trouver de stylo.
C
Je vais ne trouver pas de stylo.
D
Ne je vais trouver pas de stylo.

Slide 23 - Quizvraag

Les devoirs
Mercredi 17 juin: spreekvaardigheid; vertel over:
- Jezelf kort voorstellen (naam, leeftijd, verjaardag)
- Vertellen over jouw woonplaats 
- Wat je dit weekend gaat doen (min. 2 activiteiten)

Slide 24 - Tekstslide