Herhaling thème 2 havo

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Voca

Dans ce cours...

• Verbe vouloir
• Passé composé être
•   Adjectif possessif
• Mes loisirs

Verbe vouloir

Weet je nog hoe je het werkwoord vouloir moet vervoegen 

in de présent en de passé composé?

Il ... (présent)

Nous ... (présent)

Les amis ... (présent)

Je ... (présent)

Vous ... (passé composé)

Tu ... (passé composé)

Mon frère ... (passé composé)

Elles ... (passé composé)

Passé composé être

Weet je nog hoe je de passé composé (= de verleden tijd met 2 werkwoorden) maakt?

Schrijf het rijtje van het hulpwerkwoord être uit.

Leg de regel van de passé composé met être zo volledig mogelijk uit!

Sarah ... chez le coiffeur. (aller)

Nous ... en Espagne. (aller)

Tu ... au marché. (aller)

Les filles ... au concert. (aller)

Mon père ... au cinéma. (arriver)

Ils ... chez moi. (arriver)

Je ... en vacances. (arriver)

Vous ... à la maison. (arriver)

Adjectif possessif

Weet je nog wanneer je welk bezittelijk voornaamwoord gebruikt in het Frans?

haar vrijetijdsbestedingen
... loisirs

onze vader
... père

jouw feest
... fête

jullie vakantie
... vacances

zijn zus
... soeur

hun hond
... chien

mijn vriendin
... amie

Mes loisirs

Weet je nog hoe je in het Frans kan vertellen over je hobby?

Vertel over je hobby:
wat je hobby is
wanneer je dit doet
waar je dit doet
hoe vaak je dit doet
met wie je dit doet
waarom het zo leuk is

Reflecteren

Hoe is Frans in periode 2 gegaan?

Beantwoord de vragen hierover op de volgende dia's.

Ik vind Frans ...

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je makkelijk bij Frans in periode 2?
(huiswerk maken, leren, grammatica)

Wat vind je nog moeilijk aan de grammatica van periode 2?
(vouloir, passé composé, bezittelijk voornaamwoord)

Reflecteren

Pak je taalportfolio erbij op p. 3. Teken bij de leerdoelen en het grammaticaoverzicht de juiste smiley.

Ga daarna naar de studiewijzer op p. 4-5 en check of je alle opdrachten in het taalportfolio en alle LessonUps af hebt.