In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij de Grote Geschiedenisquiz!
Wie is de grootste geschiedeniskenner?
Slide 1 - Tekstslide
De opzet
Per tijdvak dat we gaan bespreken, krijg je één, twee of drie vragen.
Slide 2 - Tekstslide
Oefenronde (bonusronde?) De Tijdvakken 1: Hoeveel tijdvakken zijn er?
A
Ontelbaar veel
B
8
C
3
D
10
Slide 3 - Quizvraag
We gaan beginnen
Slide 4 - Tekstslide
Ronde 1: De tijd van jagers en boeren
Wat is een andere naam voor deze periode?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van de hunebedbouwers
C
Prehistorie
D
Jager-verzamelaars
Slide 5 - Quizvraag
Ronde 1: Tijd van jagers en boeren.
Op welke afbeelding zien we jager-verzamelaars en op welke afbeelding zien we boeren?
Jager-verzamelaars
Boeren
Slide 6 - Sleepvraag
Ronde 1: Tijd van jagers en boeren.
Wat zijn de twee juiste gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen verhuisden van plek naar plek.
B
Mensen gingen op vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes.
D
Mensen stopten compleet met jagen.
Slide 7 - Quizvraag
2: Tijd van Grieken en Romeinen
Wat is geen gezamenlijk kenmerk van de Grieks-Romeinse cultuur?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
2: Tijd van Grieken en Romeinen
Hoe heette de oppergod van de Grieken?
A
Zeus
B
Hercules
C
Poseidon
D
Athene
Slide 9 - Quizvraag
3: Tijd van monniken en ridders
Van wanneer tot wanneer duurt de tijd van monniken en ridders en van welke periode is het een onderdeel?
A
500 - 1000, Middeleeuwen
B
500 - 1500, Oudheid
C
3500 v.C. - 500,
Middeleeuwen
D
500 - 1000, Oudheid
Slide 10 - Quizvraag
3: Tijd van monniken en ridders
Welke godsdienst ontstond in deze tijd?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Boeddhisme
Slide 11 - Quizvraag
De standensamenleving in de Middeleeuwen was opgedeeld in 3 standen. Sleep de juiste stand naar de bijbehorende afbeelding.
Geestelijkheid
Boeren
Adel
Slide 12 - Sleepvraag
4: Tijd van steden en staten Welk logo hoort bij de tijd van steden en staten?
A
B
C
D
Slide 13 - Quizvraag
2: In dit tijdvak ontstaan er weer steden. Hieronder staan vier oorzaken, zet die in de juiste volgorde.
A: Er ontstaat een overschot aan voedsel B: Mensen blijven wonen bij markten; zo ontstaan steden C: Nieuwe uitvindingen en meer landbouwgrond D: Rondreizende handelaren kopen voedsel van boeren.
A
C - A - D - B
B
A - D - C - B
C
C - B - A - D
D
D - C - B - A
Slide 14 - Quizvraag
5: Tijd van ontdekkers en hervormers Vanaf ongeveer 1500 zijn gaan Europeanen op ontdekkingsreis en vestigen zich in andere werelddelen. Hoe noemen we die uitbreiding van Europese activiteiten buiten Europa?
A
Europese emigratie
B
Europese expansie
C
Europese revolutie
D
Europese reconquista
Slide 15 - Quizvraag
3: Sleep de juiste naam naar de juiste afbeelding
Maarten Luther
Willem van Oranje
Christoffel Columbus
Slide 16 - Sleepvraag
6: Tijd van regenten en vorsten
Hoe werd (grofweg) de 17e eeuw in Nederland genoemd?
A
Gouden Eeuw
B
Zilveren Eeuw
C
Den Grooten Magtsperioode
D
De Tachtigjarige oorlog
Slide 17 - Quizvraag
6: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond uit zeven gewesten die voor een groot deel zichzelf bestuurden. Welk gewest hoorde hier niet bij?
A
Noord-Holland
B
Flevoland
C
Zuid-Holland
D
Groningen
Slide 18 - Quizvraag
De VOC en de WIC zorgen voor veel rijkdom in de Nederlanden in de 17e eeuw. Sleep de juiste begrippen naar de juiste onderneming (VOC of WIC).
WIC
VOC
Indonesië
Piet Hein en de Zilvervloot
Slide 19 - Sleepvraag
7: Tijd van pruiken en revoluties 1: In welke van de onderstaande landen is er geen revolutie geweest in dit tijdvak?